dinsdag 28 juni 2016

Van Crookhaven naar Valentia Harbour

Dit plaatje hoort nog bij het tochtje door de Gascanane Sound. Vanwege stromingen, rotspartijen en eilanden waar je om heen moet best wel een spannend tochtje.
Maar met Lei voor de navigatie en Els aan het stuur zijn we er goed doorheen gekomen.
Uiteindelijk valt het allemaal natuurlijk best mee!!





Crookhaven blijkt veel leuker dan gedacht. Een piepklein plaatsje waar mensen vooral naar toe komen om Mizen Head en het uitzicht daar te komen bekijken. Dinsdag de 21e varen we weg en ronden Mizen Head in wat druilerig weer.  Volgens de pilot zijn daar “confused seas”. Dat klopt, we komen er maar met moeite doorheen, ook omdat we de wind van achter hebben. Na 4 uur varen maken we vast in Lawrence Cove, een kleine, sympathieke marina op Bere Island in Bantry Bay. 

’s Middags fietsen we naar Lonehort fort op de kop, en naar de baai met dezelfde naam. Het eiland blijkt een belangrijke militaire rol gespeeld te hebben in WO I. En oorspronkelijk zijn de Vikingen hier geland. De volgende dag met zonnig (maar fris)  weer een prachtige tocht naar de andere kant van het eiland. Op de top een schitterend uitzicht.


De windvooruitzichten doen ons besluiten door te varen naar Glengarriff, in de kop van Bantry Bay. Een toeristisch plaatsje omsloten door bergen. Glengarriff betekent “rugged valley” (ruige vallei), en dat zien we op onze wandeling naar Coomarkane de volgende dag. Enerzijds bebost, anderzijds met enorme rotspartijen. Echt geweldig. En opeens een mini bezoekerscentrum geleid door een Londenaar die hier naar toe is verhuisd. Koffie en zelfgemaakte appeltaart. Uiteraard komt de Brexit ter sprake. “A terrible mistake” volgens hem.


Glengarriff ligt zo’n 30 mijl van Dursey Island, waar we om heen moeten naar het noorden. We varen dus eerst terug naar Castletownbere, tegenover Bere Island. Op weg naar de meerton zitten we even vast op een ondiepte. Foutje!! Castletownbere blijkt een heel leuk en bedrijvig vissersplaatsje. Op de pier eten we een formidabele “seafood chowder” (vissoep).

De weersverwachting doet ons twijfelen. We willen eigenlijk naar Valentia Harbour, zo’n 45 mijl naar het noordwesten. Maar de wind zou in de loop van de dag die kant uit  gaan draaien en flink aantrekken. De planning is om door de Dursey Sound te gaan, een uiterst smalle doorgang met ook nog een kabelbaan boven je hoofd, en daarna te kijken wat we doen.  Op de AIS zien we een schip voor ons de sound voorbij varen en buitenom gaan. We bedenken dat we dan westelijker uitkomen en meer kans hebben de tocht naar het noorden bezeild te hebben. We gooien de planning dus om, en varen nu langs The Calf, The Cow en The Bull, drie rotsen in zee die ongeveer de vorm van die beesten hebben. Vooral The Bull is imposant, al zien we hem maar half vanwege de zeemist. In het water zien we wel opeens 3 “minke whales”, de kleinste soort walvis. Nooit eerder gezien!!

We gaan dus door, al is het niet echt een pleziertochtje. Het is stampen en klotsen op een zeer hobbelige zee. Maar bij het oversteken van Kenmare Bay worden we beloond: tientallen dolfijnen springen om ons heen, en zwemmen met de boot mee. Het blijft een geweldige ervaring. Na zo’n 7,5 uur varen maken we vast in Knightstown, op Valentia Island. 



dinsdag 21 juni 2016

Van Cork naar Crookhaven


We liggen prima bij Salve marina in Crosshaven. Noodgedwongen zullen we ook een aantal dagen moeten blijven liggen. De usb-stick met kaarten heeft het namelijk begeven. Weliswaar hebben we inmiddels van de VisitMyHarbour-website kaarten op de desktop kunnen laden (je moet een soort virtuele DVD zien te maken van een iso-image), maar dat lukt niet op de laptop. En we willen toch graag alles dubbel hebben. Dus wordt er een nieuwe chartstick toegestuurd vanuit Cowes, maar dat gaat even duren.


Vrijdag de 10e met de bus naar Cork city, zo'n 20 km van Crosshaven. 's Ochtends wat regen, 's middags wat zon en warm. We kopen kaarten bij de chandler, en een prepaid sim-kaart voor de Ipad. Het centrum is niet   erg groot, wel gezellig. St. Fin Barre's
kathedraal is vooral binnen bijzonder. Mooi van binnen en van buiten is de Victoriaanse English Market. Een soort Markthal qua produkten. 


We fietsen, wandelen langs de kust en doen boodschappen in Carragaline, dat je via een fietspad over een oude spoorlijn kunt bereiken.

De chartstick arriveerde op maandag, maar vanwege de harde wind vertrokken we pas woensdag uit Crosshaven. Om 4 uur ‘s ochtends, het was nog donker, de baai door geslalomd op weg naar
Glandore, zo’n 40 mijl verder. Na het passeren van het Old Head of Kinsale,  Seven Heads en Galley Head stoven we toch nog flink gereefd Glandore Bay in.
Na twee ankerpogingen lagen we uiteindelijk vast in de prachtige, Glandore Harbour. En maar peilingen nemen om te zien of de boot niet van zijn plek kwam. Ankeren blijft voor ons  toch nog een beetje spannend!

Met de bijboot naar de kant, en een dagje flink gewandeld, o.a. naar  Drombeg, een soort Stonehenge in het klein.

Ondanks het feit dat de depressies stevige wind brachten, hield het weer zich al die tijd heel aardig: wolken, maar ook flinke zonnige perioden, redelijk warm, nauwelijks neerslag. Pas afgelopen zaterdag en zondag is de eerste echte regen gevallen.

We zijn inmiddels naar Sherkin Island, in Baltimore Bay,gevaren.  Een mooi tochtje dat langs de Stags voerde, vreemde puntige rotsformaties in zee. In de verte zagen we de beroemde Fastnet Rock al liggen! Sherkin Island is heerlijk rustig; je kunt er over hobbelweggetjes naar allerlei mooie uitzichtspunten fietsen of wandelen. Twee pubs, wat huizen en boerderijen, een kerk en een school, meer is hier niet. Maandag  hebben we koers  gezet naar Crookhaven, via de Gascanane Sound (redelijk spannend), om vandaaruit Mizen Head te kunnen ronden.  De kusten en baaien onderweg zijn prachtig, zeker als de zon er op schijnt.



Wordt vervolgd!

donderdag 9 juni 2016

Verder naar het zuiden

Dublin gezien, nu weer verder naar het zuiden. Na zo'n 39 mijl overnachten we in Arklow aan de langssteiger. In het stadje is weinig te beleven, maar aan de steiger wordt het nog zo druk dat we dubbel komen te liggen. Om negen uur weer op pad naar Kilmore Quai. Het is in het begin redelijk mistig, maar 's middags komt de zon weer volop door. Op deze trajecten moet je de stroom mee hebben, maar dan haal je ook 8/9 knopen. Vlak voor Kilmore ligt St. Patrick's bridge. De volgende dag zien we die vanaf het vasteland naar het eiland Little Saltee lopen: een bank die slechts voor een deel onder water komt te staan. Daar moet je dus overheen. Alleen zomers liggen er twee tonnen. Na 50 mijl leggen we aan bij een ander groot schip.

Kilmore Quai blijkt leuk en druk. Druk met boten, o.a. omdat het een handige aanloopplaats is vanuit Wales,  druk met dagjesmensen, omdat je met de ferry naar Little Saltee kunt, én omdat het een erg leuk plaatsje is. Veel huizen hebben kunstig gevormde rieten daken.

,

's Morgens, op weg naar St. Patrick's Bridge, de eerste bui van deze trip, maar 's middags is het weer prachtig, én warm. We maken een mooie wandeling door de duinen. Terug over het strand.

Onze volgende bestemming is Cork Harbour. De reis van ruim 70 mijl er naar toe knippen we in tweeën. Er zijn echter geen havens onderweg, en we trachten te ankeren bij Helvick, in Dungarvan Bay. Er zou zand moeten liggen, maar na twee keer proberen komt het anker weer schoon na boven. Bij de derde poging liggen we wel zo'n beetje, maar echt ingegraven heeft het anker zich niet. Maar goed, het is erg rustig weer, en Lei checkt 's nachts een aantal keren of de peilingen nog kloppen .



Na een onrustig nachtje door naar Cork Harbour, een beroemd zeilgebied. De kust is een afwisseling van kliffen, soms met grotten erin, en lagere, groene gedeeltes met ook de nodige stranden. We leggen aan in Crosshaven, bij Salve Marine. De jachthaveneigenaar blijkt een Nederlander. Donderdag is het toch een beetje gedaan met het mooie weer. Er komen "atlantic troughs" aan. We dachten al, waar blijven ze?
Morgen met de bus naar Cork, de op één na grootste stad van Ierland. Schijnt Ierser te zijn dan Dublin, waar de Engelsen altijd veel invloed hebben gehad. We zijn benieuwd!

vrijdag 3 juni 2016

Dublin bereikt.

In twee lange zeildagen bereiken we via Campbeltown het Noord-Ierse Belfast. In totaal 110 mijl afgelegd. Het is rustig weer, dus we testen de windvaan nog maar eens. We zien nauwelijks boten op het North Channel.
In het Victoria Channel van Belfast Lough horen we dat we in Abercorn Basin geen ligplaats kunnen krijgen vanwege de Tall Ships die er liggen. We varen toch maar door, er lijkt een plekje, en Steven, de havenmeester die ons hartelijk verwelkomt (we hebben daar vorig jaar een hele tijd gelegen) regelt dat we kunnen blijven liggen.


Er blijkt een maritiem festival aan de gang te zijn met bezichtigingen van Tall Ships en marineschepen, rondvaarten, kanovaren, meezeilen in een open bootje, een festivalterrein en nog veel meer. Het is prachtig weer en Bank Holiday weekend, dus een drukte van belang. Een stuntman danst m.b.v. de jets van  zijn waterscooter hoog boven het water.


We fietsen over de Comber Greenway, en doen boodschappen. Dinsdag is het weer vertrekdag. Met flinke wind en een strakblauwe lucht de Ierse Zee op naar Ardglass. Woensdag staan we om 5 uur op om het tij mee te hebben. Helaas wil de motor pas starten nadat we de accu's aan de stroom hebben gelegd. Het wordt dus een uurtje later. Maar het pakt goed uit, en na 10 uur zijn we weer 64 mijl zuidelijker, en in Dublin aanbeland. We kiezen niet voor de luxe marina's van Malahide, Howth of Dun Laoghaire(spreek uit: Dunlierie), die een flink eind buiten de stad liggen, maar voor de nabij het centrum gelegen marina van Poolbeg. Leuk, maar ook 
onrustig vanwege de vele scheepsbewegingen van grote schepen om ons heen.

Dublin blijkt een erg leuke stad. Royaal opgezet, met brede, rechte boulevards, geflankeerd door grote gebouwen uit het begin van de 20e eeuw. Een middeleeuws deel rond Dublin Castle, Het oude Temple Bar district met een druk uitgaansleven. Mooie bruggen. 
Pleinen met huizen in georgian stijl. Een erg imposant Trinity College. Goed uitziende, nieuwe projecten rond oude dokken. Al met al een stad met de nodige allure.