|
El Rompido vanaf het water |
|
De Flecha van de Rio Pedras (natuurgebied) |
|
vuurtoren (oud en nieuw) van El Rompido |
|
grote cactusbloem |
|
ingang Rio Pedras en de Flecha |
|
zicht op Ayamonte vanaf de ferry |
|
en zicht op Castro Marim aan de Portugese kant |
|
Ayamonte, uitzicht vanaf het parador |
|
Plaza de la Laguna, Ayamonte |
|
toegang tot de Ria Formosa |
Van Ayamonte naar de Ria Formosa, waar o.a. Faro in ligt, is ruim 30 mijl. Toevallig is de wind oostelijk, maar zwak. Met meer deining dan verwacht vaart dat absoluut niet lekker. Voor Culatra gooien we weer het anker uit. Het is drukker dan op de heenweg, maar er is plaats genoeg. Het is een heel apart eiland met kleine huisjes, die compleet in het zand staan. Nergens een weg, alleen wat betonplaten om over te lopen. Tot onze verrassing is men bezig de werkplaatsen van de vissers - een enorme puinhoop toen we het de eerste keer zagen- op te ruimen. Bergen afval liggen klaar om opgehaald te worden. Er gaan ook nieuwe optrekjes komen. Bij de ferry is een nieuwe abri gekomen. Prachtig allemaal, maar het moet natuurlijk niet te gesophisticeerd worden!
Als je even verder loopt dan de houten strandopgang, is het strand leeg. Ook rond de geulen achter de duinen heerst complete rust. Behalve dat er van tijd tot tijd een vliegtuig overkomt. Een bejaarde kunstenaar heeft er een soort gesamtkunstwerk met veel windmolens in elkaar gezet. Toevallig komt ie net even kijken.
Met de ferry gaan we naar Olhaõ. Een leuk tochtje tussen de banken door. Én een erg leuk plaatsje. In een achteraf restaurantje, Tacho à mesa (betekent: 'pan op de tafel'), aanbevolen door de Lonely planet, eten we cataplana, een typisch algarviaans gerecht, dat in een koperen pan wordt klaargemaakt. We kiezen de variant met polvo (octopus). Flesje wijn erbij, heerlijk. En dat alles voor €34.
Dan op naar Faro, we gaan op de kant. Eerst de geul door tot boei 23. We raken even de grond. Dan komt een medewerker van Bruce ons al halen. Achter hem aan door met staken gemarkeerde geultjes (op de foto is het laag water) naar de boatyard, waar het comité van ontvangst al klaar staat. Hup de kraan in, afspuiten en we staan "on the hard". Uitzicht op de droogvallende ria, én op het vliegveld dat op een steenworp afstand ligt. Je ziet (en hoort) de vliegtuigen opstijgen en landen. Gelukkig wordt er 's nachts niet gevlogen, dus heel vervelend is het niet.
Zo'n boatyard is iets heel aparts. Er staan boten die al heel lang het water niet hebben gezien, en er is een gemeenschap van "living aboards". Met name britten. Bob en Lizz staan er al zes! jaar. "Health problems" (Bob heeft een hersenbloeding gehad). Waarschijnlijk hele hebben en houden verkocht, en hier blijven hangen.
En nu dus aan het werk. De "to do"-lijst is lang. Extra lang, omdat we meestal in het water blijven. Dus onderwaterschip, kiel, kielplaat, boegschroef, afsluiters, anodes, en nog zo wat, je kunt er allemaal bij. Het nadeel van op de kant staan hier is dat het beduidend warmer is dan in het water,
voordeel is dat je alles heerlijk schoon en droog kan maken.
Faro is trouwens een erg mooi stadje. Het centrum is niet groot, maar chic, en de oude stad met stadsmuren en twee toegangspoorten, kathedraal, klooster en geplaveide, bochtige straatjes is prachtig.
Dus nu nog flink aan de gang, en dan vliegen we woensdag terug naar Nederland.