vrijdag 29 april 2022

Algarve - Galicia: etape 2, van Sines naar Porto

De storm lijkt donderdag een rustdag te nemen. Althans voor een deel van de dag. We gaan proberen naar Cascais te komen, 53 mijl naar het noorden. Vijf uur op, om zes uur weg. Wind en 1 knoop stroom pal tegen. De stroom loopt trouwens bijna altijd N-Z, dus die kun je moeilijk ontlopen. En uiteraard nog vervelende golven door de storm van de vorige dagen. Het schiet niet erg op. Zeil op, en opkruisen dan maar. Nog steeds weinig snelheid. Na ruim 1.5 uur zijn we nauwelijks 4 mijl opgeschoten. En we zouden rond 12.00 uur bij Cabo Espichel moeten zijn. We zijn het snel eens: dat wordt omkeren. Dát zeilt natuurlijk wel prima. Maar ja, de verkeerde kant uit. Om 9.00 uur zijn we weer terug in Sines. Omdat er onderweg weer wat leermomenten zijn geweest (een schoot die blijft haken achter een blok, en achter de houder van de lierhandel op de mast, de bakstagen die makkelijker weggehaald zouden moeten kunnen worden, plús een compleet opengescheurd grootzeilhuikje (het is namelijk niet zo verstandig het grootzeil te hijsen als het huikje er nog overheen zit), hebben we weer genoeg werk voor de komende dagen. En als het meezit, zijn de omstandigheden zondag echt beter.




Sines heeft trouwens een heel leuk stationsgebouw. Niet meer in gebruik, want er rijden geen treinen meer. 

Volgens de weerkaarten komt er vrijdag een trog over. Dat blijkt aardig te kloppen, want het regent en waait als een gek. In deze haven komt nogal wat deining tussen de pieren naar binnen, dus de boot schokt en schudt ondanks de vele lijnen waar ie aan vast ligt.




Een nieuwe poging om  Cascais te bereiken op zondag. Weer om zes uur weg. Niet veel wind, maar forse deining. We kiezen een route meer langs de kust, om te profiteren van de neer die daar zou moeten staan. Dat werkt, we lopen nu voortdurend zes knopen of meer. Prachtig weer, dus goed zicht op Cabo Espichel. Onderweg zien we veel Jan-van-genten en ook de nodige dolfijnen. Om vier uur liggen we voor anker in de baai van Cascais.

Cabo Espichel

In Sines hebben we contact gehad met de Noor Petter en zijn bemanning van de Ebene. Hij is op weg naar Toulon, en wil eerst via Cadiz naar Gibraltar. Bij zijn eerste vertrek uit Sines een week eerder kwam de boot snel terug in de haven: lijn in de schroef. Zondagavond zien we op MarineTrafic dat de Ebene naar Barbate wordt gesleept door Salvamar. We vrezen het ergste, en ja hoor, op de Facebookpagina Orca Encounters lezen we dat ze gedurende 45 minuten zijn aangevallen door vijf orca’s. Het hele roer is naar de filistijnen. Bij een tweede boot, die na hun is aangevallen, hetzelfde verhaal. Dit gebied voor Barbate in de straat van Gibraltar is op dit moment de plek waar de orca’s zitten, vanwege de tonijn die hier rond zwemt. Iedereen die die kant uit moet of wil heeft de zenuwen.

Na Cascais maken we nog drie lange dagen, want de wind komt deze dagen tenminste NIET uit het noorden, en komen dan, via Nazaré en Figueira da Foz in Porto aan. Af en toe kan het voorzeil op voor wat extra snelheid. Alleen ongeveer de helft van de 67 mijl naar Porto (of liever gezegd naar Leixões) hebben we een fijn halfwinds koersje en kunnen we heerlijk zeilen. Dinsdagmorgen een aantal buien, ‘s middags weer een lekker zonnetje. Boven land zie je wel steeds prachtige wolkenluchten. In vier dagen 227 mijl afgelegd.
Cabo Carvoeiro, bij Péniche

Nadering Figueira da Foz



We fietsen langs de Douro naar Porto. Een prachtige tocht, maar is wel zo’n 1,5 uur fietsen. We gaan de zogenaamde Eiffelbrug (Ponte Luis I) over naar de linkeroever, waar alle port- en sherryhuizen gevestigd zijn. En dat zijn er nogal wat. Het is een heel gezellig gebied, met de nodige terrassen waar uiteraard geproefd kan worden. Een specialiteit hier is de pastel de bacalhau, waar ook kaas en port in zit. Terug aan de overkant lopen we door Ribeira, met zijn smalle straatjes. Het is al aardig druk, en in de stad behoorlijk warm. We zien o.a. de Via das Flores, de Igreja en Torre dos Clérigos, de Igreja de São Francisco (compleet verguld van binnen) en de Igreja do Carmo met zijn azulejos. De meeste plekken hebben we tijdens ons eerste bezoek in 2019 al bezocht. 




Terug over de Avenida da Boavista, waar het Casa da Música staat, ontworpen door Rem Koolhaas.



De volgende dag helemaal langs de kust naar het noorden. Veel leuke uitzichtpunten en plekjes. We zien een flink aantal pelgrims die de Camiño lopen. Van hier gaan we eerste verder naar Povóa do Varzim. Een tochtje van zo’n 12 mijl dat ook met tegenwind te behappen is. 


Wordt vervolgd.

dinsdag 19 april 2022

Algarve - Galicia: etape 1

Op woensdag 6 april vliegen we terug naar Faro, heel toevallig samen met Anton en Gerda van de Divine, die tegenover ons staat bij Nave Pegos. In een uurtje wandelen we van het vliegveld naar Faro. Wel even wennen aan de warmte! 
We maken een afspraak voor tewaterlating op maandag 10 april. Hoogwater is rond twaalf uur. Vier dagen om de zeilen erop te zetten, lijnen in te scheren, bijboot op het dek leggen, én om de spullen te installeren die we op hebben gestuurd. Nave Pegos komt vragen of we maandag wel het water in willen: er wordt storm en regen voorspeld. Ja dus, we willen geen tijd verspillen.
Vrijdag eind van de middag komt de kraan. 's Ochtends oefenen we met het kantelen van het mastje waar de radardome, wifiversterker, windmeter en de nodige antennes op staan. De kraan kan namelijk niet over dat mastje heen, dus het moet een stuk zakken. Een hele operatie. Het oefenen gaat niet echt goed, dus er worden nog wat extra lijntjes gemonteerd. Voor het echie gaat het prima gelukkig. Tijd genoeg nu om de plekken op het onderwaterschip waar nog antifouling op moet te verven. 

We hebben geluk bij de tewaterlating: om half negen beginnen ze met onze boot, en om half tien varen we al. Het weer is nog prima. Martin begeleidt ons weer tussen de staken door naar ton 23. Dan door naar Culatra, waar we twee dagen ankeren en de nodige wind en buien voor de kiezen krijgen. Er ligt (waarschijnlijk al wat langer) een zeilbootje waarmee het niet helemaal goed is gegaan.

Woensdags gaan we op pad, al bij het ochtendgloren. Wind tegen natuurlijk. We gaan maar eens naar Albufeira, waar we nog nooit zijn geweest. Hardstikke toeristisch, en nu al best druk, maar de kust en het historische centrum zijn echt wel leuk. Alleen ligt de stad op een tamelijke bult, dus we trappen ons te barsten.

Een prima zeiltocht brengt ons op vrijdag naar de baai van Sagres, waar we voor anker gaan. De volgende dag vroeg op, zodat we om 06.00 uur al richting Cabo Saõ Vicente gaan. De complete tocht van 50 mijl naar Sines wind tegen, maar het waait niet ál te hard, dus het is te doen. Eigenlijk willen we zondag gelijk door naar Sesimbra, 35 mijl naar het noorden, maar de haven blijkt vol, dus dat gaat niet door.

Voor de Pasen hebben we, bij gebrek aan paaseitjes,
folar de Olhaõ gekocht, één van de zeven "marvilhas doces" (zoete wonderen) van Portugal. Deeg in laagjes, met ertussen een soort suikerstroop met kaneel erin. 

Het is prachtig paasweer, er liggen zelfs al mensen op het strand waar we op uitkijken.


Maar..... de komende week belooft niet veel goeds qua wind. Het gaat dagenlang flink stormen, met name voor de kust bij Cascais/Lissabon, waar we naar toe moeten. We tekenen dus maar wat dagen bij in Sines. Het is laagseizoen, dus de prijzen liggen enorm veel lager dan in tussen- of hoogseizoen. Iedere dag besteden we de nodige tijd aan de analyse van alle weerinformatie die we kunnen krijgen. 

Maandag gaan we op de fiets naar Porto Covo, een leuk vissersplaatsje ten zuiden van Sines. Na de aardbeving van 1755  is het dorp door de Marquis de Pombal, die ook Vila Real de San Antonio aan de Guadiana (met een heel strak stratenplan) heeft ontworpen, weer opgebouwd. Heen gaat als een speer, terug is het tegen de wind op boksen. Mooie kust, in zee wordt veel gesurfd.







Sines zelf heeft een middeleeuws kasteel, met daarnaast de Igreja Matriz de Saõ Salvador, smalle straatjes, én de Capela de Nossa Senhora das Salvas. Het stadje ligt hoog, dus overal prachtig uitzicht over de baai. Het is ook een van de grootste commerciële havens van Portugal.



Vasco da Gama is hier geboren, vóór het kasteel staat zijn standbeeld.

Nu maar kijken wanneer we hier wegkomen. Hopelijk donderdag, en anders wordt het zondag. 
Wordt vervolgd.