donderdag 27 augustus 2015

De Clyde op


Op onze ankerplaats bij Carrick Castle heerst complete stilte. Heerlijk. Onze vorige aanlegplaatsen waren trouwens ook meestal extreem rustig. Het weer is voor de verandering prima. 
Zoekend naar het juiste pad, doen we zo'n 2,5 wandeling. Heel leuk om weer eens in echte bergen te zijn. Ze hebben het zelfs over alpen, de "Arrochar alps". Ze reiken dan ook tot zo'n 1000 meter, en er zitten dus een paar Munros bij, toppen van meer dan 3000 voet, genoemd naar Sir Hugh Munro, die een lijst van deze Schotse bergen opstelde. Wij komen niet hoger dan zo'n 400 meter. Wel prachtig uitzicht op het meer natuurlijk.
Bij terugkomst blijkt dat we door de Carrick Castle Boat Club waren uitgenodigd voor de zondagse barbecue op het strand. Te laat gezien, maar exemplarisch voor de hartelijkheid van de Schotten. 




Maandag varen we naar James Watt Dock in Greenock, op de Clyde. Zo'n 25 mijl van Glasgow, en van ouds her een industriestad met een vooral maritiem karakter. Daar is overgens niet veel meer van over.

James Watt Dock zelf is in 2011 opnieuw in gebruik genomen als jachthaven. De receptie en de douches zijn in de oude suikerpakhuizen, waar vroeger rietsuiker uit West-Indië werd opgeslagen.

Langs de kust loopt het "coastal trail". Het is prachtig weer, dus ook na het eten fietsen we nog weer langs de  Clyde.Vanuit de drukte van de stad ben je in no time de heuvels boven Greenock in. Op en neer gaat het naar het Greenock Cut Visitor Centre gelegen aan Loch Thom. Dat is een waterreservoir genoemd naar ingenieur Robert Thom. Begin 19e eeuw ontwierp deze een ingenieus systeem van waterreservoirs en aquaducten dat Greenock van schoon water moest voorzien. We lopen een deel van de Greenock Cut wandeling, dwars door een al paars kleurend heidelandschap, langs het open aquaduct en met mooie uitzichten op de Clyde. Met het weer moet het niet te gek worden, want we hebben het gewoon warm! Vlakbij is ook Newark Castle. Een kasteel in een kasteel: binnenin een 15e eeuws deel, dat aan het eind van de 16e eeuw werd uitgebouwd tot een renaissance-landgoed. Heel goed geconserveerd, en met nog veel oorspronkelijke elementen.
wandelend langs de Greenock Cut

Newark Castle
Inmiddels is er trouwens een "change of plans".  We liggen hier in James Watt Dock heel goed en beschut, en na een paar prachtige dagen wordt het weer opnieuw extreem "unsettled" met harde zuidenwinden.We besluiten hier te overwinteren. Er is genoeg te zien en te doen, zowel rond Greenock, als natuurlijk in Glasgow. Na één bezoek aan deze stad is er nog zo veel over om te bekijken dat we morgen weer teruggaan. Vorig jaar waren we niet zo enthousiast, nu heel erg. Het feit dat we nu de fiets mee hebben heeft hiermee te maken: Glasgow is enorm groot, en voor je het weet ben je alleen maar afstanden aan het overbruggen. We verheugen ons al op de kathedraal, een aantal gebouwen van de architect Macintosh (geweldig!), het Kelvingrove en Huntarian (musea), Glasgow University en de City Chambers.

Glasgow University

grote hal Kelvingrove museum
Verder is er genoeg te doen aan winterklaar maken van de boot, want maandag 31 augustus vliegen we vanuit Glasgow terug naar huis.  











zaterdag 15 augustus 2015

Rond de Mull of Kintyre naar de Firth of Clyde

onderweg naar Gigha
In twee prachtige dagen varen we 80 mijl om de Mull of Kintyre naar Campbeltown. Het eerste traject naar Gigha zeilen we heerlijk. Zoals voorzien hebben we de dag erna rustig weer, en zelfs heel veel zon. Dat rustige weer hebben we wel nodig voor de Mull of Kintyre. In de boeken staan de nodige horrorverhalen over deze kaap.  Aanbevolen bij dit weertype wordt de route vlak onder de kust, en niet 3 mijl er buiten. Tussenin moet je niet wezen, want daar lopen de stromingen tegen elkaar in, en krijg je brekende en soms zelfs staande golven. Ondanks het ontbreken van wind, is de tocht spectaculair. De Mull is een enorme, woeste steenklomp, waar niets is, zelfs geen schapen. In de buurt van de vuurtoren begint de stroming fors toe te nemen, en we zien turbulent water iets verderop, wat betekent dat  we nog meer naar binnen moeten. In de Sound of Sanda, onder de Mull, is het water opeens vlak.  Na 8 uur varen  bereiken we vroeg in de middag Campbeltown.
de Mull of Kintyre
Daar fietsen we in Machrihanish Bay een stuk van de Kintyre Way, de lokale lange afstands wandelroute, en bezoeken het Machrihanish Seabird Observatory, waar we 10 pond doneren. Daar krijgen we een DVD met foto’s van vogels voor terug. Mét lokale muziek op de achtergrond!!! Nu nog uitzoeken hoe die vogels allemaal in het Nederlands heten. Zeilend zie je in elk geval hele groepen jan-van-genten. Als je opschrikt van een enorme plons, is dat meestal zo’n prachtige, geelgekopte zeevogel die het water induikt.

Over de Doirlinn, de bij eb droogvallende dam die het eiland Davaar met Kintyre verbindt, lopen we naar de 7 grotten die de zee in de rotsen heeft uitgehold. In de zevende grot een schildering van de kruisiging, in 1887 door een lokale artiest op de rotswand aangebracht. Best wel indrukwekkend!


over de rotsen lopend op Davaar Island

de "crucifixion" op de rotswand
Met gigantisch donkere luchten, en de nodige plensen water, varen we naar Loch Ranza op Arran, en de dagen daarna door de Kyles of Bute, het smalle stuk water tussen het eiland Bute en het schiereiland Cowal. Volgens de boeken ook al zo'n "renowned navigational challenge" vanwege de rotsen en de smalle doorgang. Zowel in de West- als in de Oost-Kyle liggen we aan een meerton van een hotel. Gratis liggen, als je dan maar wel wat komt eten of drinken. Het weer is niet slecht, maar wel erg grijs. 
donkere lucht boven Kintyre...
.... en op Loch Ranza

de Kyles of Bute op de kaart .....
...... en in het echt
eventjes zomer op de Oost Kyle
Langs Rothesay op Bute varen we naar het Holy Loch, en liggen in een prima marina. Terugfietsend van Dunoon worden we toch weer nat (;-.  Met wat beter weer naar het noorden, Loch Long en Loch Goil op, Bij Carrick Castle lig je echt schitterend, midden in de natuur en omringd door flinke bergen. Het lijkt net Oostenrijk of Zwitserland. Hemelsbreed zo'n 20 mijl van Glasgow, maar in een compleet andere wereld. Morgen maar eens te voet de bergen in.











woensdag 5 augustus 2015

Loch Melfort

water tanken in Crinan
Voor de tocht van Crinan naar het noorden moet je zorgvuldig plannen. Allereerst kom je door een belangrijk “tidal gate”, de Dorus Mor, waar het 7 knopen kan stromen. In de praktijk viel het best mee, maar om de hoek, richting Shuna,  gingen we nog alle kanten uit. Bovendien weet je daar door alle inhammen, eilanden, rotsen in het water en kapen, dichtbij en in de verte,  totaal niet wat je ziet, en lijkt het of nergens een doorgang is. Hoe moet dat geweest zijn toen er nog geen elektronische navigatie was?!

landschap boven Degnish

In Loch Melfort kunnen we heerlijk aan een steiger vastmaken. Geen overbodige luxe nu het Metoffice weer een aantal dagen zeer harde wind of  storm  in het vooruitzicht stelt. Het is een prachtige, goed beschutte zeearm, met groene heuvels rondom. Fietsend naar Degnish Point, één van de uiteinden van het loch, waan je je in een uithoek van de wereld. Het is hier “wildromantisch”, zoals een Duitser in Cuilfail hotel het gisteravond uitdrukte.


leisteenwand



Het hele gebied, maar vooral het eiland Easdale ten westen van dit loch, was ooit bekend om zijn leisteenindustrie. Bij Degnish komen we zo’n leisteenwand tegen. Waarschijnlijk heeft men hier met een ontploffing een weggetje willen vrijmaken.




Dinsdag gaan we met de bus naar Oban, de grootste stad (zo'n 8.500 inwoners!!!)  in de regio "Argyll and the Isles". Ook bekend als "the gateway to the Isles" vanwege alle ferry's die hier vertrekken, Wachtend op de  bus worden we door een echtpaar aangesproken. Of we mee willen rijden naar Oban. Kom daar maar eens om in Nederland! De weg is geaccidenteerd, bochtig, en prachtig. Oban is redelijk druk, o.a. vanwege de West Highland Yachting Week die op dit moment plaatsvindt.
avondrood water in de sloot!!

V.w.b. het weer: de zomer werd eerst door de geleerden hier gekwalificeerd als de slechtste zomer sinds 1969, en is inmiddels opgeklommen in de ranglijst tot slechtste zomer "on record". Zelfs de Schotten klagen. Maar donderdag en vrijdag komt er (tijdelijk!) enige verbetering: minder wind en minder regen. We gaan terug naar Gigha, en vandaaruit de Mull of Kintyre ronden op weg naar de Clyde.




woensdag 29 juli 2015

Gigha en verder

De laatste twee dagen op Islay maken we nog prachtige fietstochten. Naar het Kildalton High Cross langs baaien met zeehonden. Hier zie je vooral de “common seal” met zijn gevlekte huid  die, in tegenstelling tot wat de naam zegt, zeldzamer is dan de grijze zeehond. Het Kildalton Cross, een vroeg christelijk kruis van  zo’n 1300 jaar oud, is heel bijzonder. De erin gebeeldhouwde figuren, zoals Maria met het kind omgeven door twee engelen,  en de moord van Kaïn op Abel, zijn nog goed herkenbaar.  Verder naar Ardtalia, waar de weg ophoudt, en de Sound of Islay begint. Geweldige uitzichten, vooral omdat het aardig helder en zonnig is.



Met windstil weer, maar met nog wel een flinke bui tussendoor, varen we van Port Ellen de 20 mijl naar Gigha, en maken vast aan een visitor mooring in Ardminish Bay. Van het eiland wordt hoog opgegeven, maar eerlijk gezegd vonden we Islay ruiger en mooier. De Achamore Gardens hebben vier sterren, maar die dateren ongetwijfeld uit betere tijden. Niet dat ze niet mooi zijn, maar er is het nodige aan achterstallig onderhoud. Dat heeft vast te maken met het feit dat het hele eiland in bezit is van en gerund wordt door de eilanders zelf. In Achamore House kopen we een ijsje dat ter plaatse gemaakt wordt (d.w.z. in de keuken van het landhuis) met de melk van de Tarbert Farm verderop. Eén aarbeienijsje, één braam met whisky, heel lekker.

En dan regent het drie dagen vrijwel onafgebroken. Met de harde oostenwind liggen we in de baai van Gigha vreselijk te deinen.  Tegen de golven in naar de kant en terug varen zou onmogelijk zijn als we niet op grond van soortgelijke ervaringen vorig jaar een buiskapje voor de bijboot hadden gemaakt. Het werkt prima, we krijgen geen onvrijwillige douche van de overslaande golven.





Sinds gisteren liggen we in de baai van Crinan, ook aan een boei.  De hele tocht er naar toe regen. Bij aankomst 24 km. gefietst voor boodschappen. Wel heel mooi langs het Crinan kanaal. 


Vandaag op de fiets met  vrij zonnig (maar koud) weer van Crinan naar Tayvallich, aan Loch Sween, en verder door naar de Taynish Natural Reserve. En prachtig gebied, met veel verschillende dingen te zien: de kust van Loch Sween, een oude molen, een binnenwater met waterlelies, en dan ook nog overal kunstobjecten.









Morgen door naar Kilmelfort, aan Loch Melfort.

dinsdag 21 juli 2015

Van Noord-Ierland naar Schotland

de Bann bij laag water
Van Portrush varen we met opkomend water de rivier de Bann op, naar Coleraine marina. De zandduinen van Portstewart zijn aan bakboord te zien. De slikken liggen droog, en zitten vol wadvogels. Alhoewel nergens in de kaart of pilot iets staat over een bank, lopen we voorbij Seaton’s marina toch vast. Roer en kiel omhoog,en we kunnen weer verder. In de marina liggen we heel rustig, met mooi uitzicht op de rivier. Dat komt goed uit, want de dagen erna vliegen de stormwaarschuwingen ons om de oren. Tot 9, en op sommige plekken op zee zelfs 10 Beaufort. Schijnt hier voor de tijd van het jaar toch heel uitzonderlijk te zijn.


Mussenden Temple
Donderdag  fietsen we naar Castlerock over de Sustrans nationale fietsroute 93, die hier helemaal langs de kust loopt. Vandaar lopend naar het gigantische Downhill Demesne, en de Mussenden Temple, beide eind 18e eeuw gebouwd door Earl Hervey, bisschop van Derry, die kennelijk enige last van grootheidswaanzin (en te veel centen) had. Het hele complex ligt op een hoog klif. Beneden een prachtig strand waar de spoorweg pal langs loopt.


de Walls van Londonderry
Vrijdag rijden we op dit spoor, met de trein op weg naar Londonderry. De stad is geheel omringd door 400 jaar oude historische wallen. Fortificaties die begin 17e eeuw zijn gebouwd om de Engelse en Schotse kolonisten te beschermen tegen invloeden van buiten. Deze kolonisten waren hier onder koning James I doelbewust naar toe gebracht als deel van de Kolonisatie van Ulster, die voornamelijk tot doel had om dit deel van Ierland stevig onder de Engelse duim te krijgen, en om het Protestantisme tot de enige godsdient te maken. Een en ander is in elk geval jammerlijk mislukt,dat weten we. Maar na een dagje Londonderry, en een bezoek aan een heleboel historische plekken met uitleg, duizelt het je van de complexiteit van die geschiedenis.



de Paps van Jura gezien vanaf Islay
turf

Zondag met heel aardig weer het North Channel overgezeild naar Islay (spreek uit: eye-la), in Schotland. De wind neemt langzamerhand wat af, zodat we toch nog voorbij de zuidpunt van Islay in een flinke zuidgaande stroming belanden, met turbulent water. In de baai zelf stroomt het minder hard. Afmeren kan aan een steiger in een "do-it-yourself"-haven.

Islay is een prachtig, groot en ontzettend leeg eiland. We wandelen langs de kust, en zien 3 van de 8!! whisky-distilleerderijen die het eiland heeft. De whisky van hier (met exotische namen als Laphroaig, Lagavulin, Bruichladdich) schijnt speciaal te zijn vanwege het feit dat de mout gedroogd wordt in ovens die met lokaal gewonnen turf gestookt worden. We fietsen naar Bridgend en Bowmore, heen over de High Road met prachtige uitzichten o.a. op de Paps van Jura, terug over de Low Road. We blijven waarschijnlijk tot vrijdag hier om daarna naar Gigha (spreek uit: jie-aa) te verkassen.                    







dinsdag 14 juli 2015

Naar Rathlin Island en Portrush

Zaterdag steken we over naar Rathlin Island, zo’n 5 mijl ten noorden van Ballycastle. Een soort Vlieland, maar dan hoger en ruiger. De fietstocht die we ’s middags afbreken  vanwege de regen, zetten we zondag bij heel redelijk weer voort.  De klimmetjes zijn echter niet minder geworden )-;.  Toch worden alle uithoeken van het eiland bezocht. Eerst de westelijke “upside down” vuurtoren (die het licht dus onderin heeft), en het Seabird Center. Op de klippen nestelen duizenden alken en zeekoeten, papegaaiduikers, kittiwakes en fulmars (Nederlandse termen ken ik niet).  Jan-van-genten vliegen voorbij. Bij de oostelijke vuurtoren is helemaal niemand. Daarna  ook nog naar Rue Point in het zuiden, met een enorme groep zeehonden op de rotsen van de oude haven. Blijft geweldig!





Maandag regent het pijpenstelen, en zit het helemaal dicht van de mist. We vertrekken zo laat als maar gaat i.v.m. de stroming, want voor  ‘s middags is een weersverbetering in het vooruitzicht gesteld. Onderweg zien we vlakbij meerdere dolfijnen. Bij Benbane Head breekt het zowaar open. 





Net op tijd om fantastisch zicht te hebben op de beroemde Giant’s Causeway. Dat zijn rotsformaties opgebouwd uit zo’n 40.000 basaltzuilen. Staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.Woensdag fietsen we er naar toe, langs Dunluce castle, om alles nog eens goed te bekijken. Het is er druk, maar erg de moeite waard.

Portrush zelf is een echte badplaats, met prachtige stranden. Op sommige plekken waan je je in Zuid-Frankrijk, maar dan met 14 graden. Het haventje stelt niets voor. Met drie boten is het vol. Donderdag waarschijnlijk door naar Coleraine.




vrijdag 10 juli 2015

Van Belfast naar Ballycastle

Dinsdag varen we eerst naar Bangor om te tanken. Daarna door naar Glenarm, langs Blackhead, de Gobbins (steile rotsen met grote holen erin), en de eilanden Muck en de Maidens. We vertrekken met een dubbel rif in het grootzeil, maar uit de buien komen zulke vlagen dat we uiteindelijk ook de stormfok zetten. Handig dat die nu op een rolreefsysteem zit!!

De hele Antrim kust is een AONB oftewel een Area of Outstanding Natural Beauty, o.a. vanwege zijn glens: lange, diepe valleien in de ijstijd uitgesleten door een gletsjer waar meestal een riviertje doorheen loopt. Glenarm betekent dan ook Glen of the Army. We wandelen door het dorp (een paar straatjes, twee pubs, één winkeltje, een kasteel, en ook nog een vrij bekende goud-en zilversmid), en door het Glenarm forest, waar een van de glens in de Glenarm rivier uitkomt.

Fair Head
Woensdag vertrekken we heel vroeg naar Ballycastle om bij Fair Head (het meest noord-oostelijke headland van Ierland) en in de Rathlin Sound dood tij te hebben. Maar we zijn te vroeg, en klokken uiteindelijk nog 9.5 knoop aan snelheid, dus zo’n 5 knopen stroom mee. Het is een prachtige (maar koude) morgen, en we hebben schitterend zicht op Fair Head met zijn basaltkolommen en Rathlin Island aan de Ierse kant, op Kintyre, Sanda en Islay aan de Schotse kant.

Marconi's cottage

Ballycastle heeft een niet al te grote haven, maar is een goed geconserveerd kustplaatsje. 's Middags op de fiets langs de kustweg naar Marconi’s cottage, waar Marconi eind 19e eeuw zijn beroemde draadloze transmissie experimenten uitvoerde.

zicht op de Causeway Coast




Onze fietstocht naar het westen langs de Antrim Causeway Coast is prachtig, maar vrij slopend. We zien de touwbrug naar Carrick-a-Rede eiland uit de verte, maar gaan er niet over. Te toeristisch. Wel dalen we af naar Kinbane Head met een kasteelruine en interessante rotsformaties: kalk aan de onderkant, daarboven basalt.
Kinbane castle










Het weer schijnt dit seizoen vrij hopeloos te zijn: veel storm en regen, en te koud. We mopperen echter tot nu toe nog niet. Het is niet mooi, maar we kunnen genoeg ondernemen.





maandag 6 juli 2015

Weer terug in Belfast

Maandag 29 juni vliegen we weer terug naar Belfast. Dinsdag verhuizen we als gepland van Abercorn Basin naar York Dock, waar we drie boten dik komen te liggen. Geen faciliteiten. Om in de marina te komen kunnen we gebruik maken van een watertaxi. Vanaf woensdag beginnen de Tall Ships binnen te komen.


Tegenover ons liggen o.a. de Alexander von Humboldt, de Tecla en de Maybe. Rond de dokken waar de schepen liggen is van alles te doen: eet- en drinkkraampjes, live muziek, kermis, spelletjes, straattheater enzovoort. Bij prima weersomstandigheden lopen we er rond, met vele duizenden anderen, en bezoeken een aantal schepen.



Zaterdag gaan we met de wandelgroep van Betty en Robin 's morgens naar Carnfunnock Country Park, en na de lunch naar de vuurtoren Blackhead. In de baai waar we lopen lag vroeger een haven.
Aan de tuinen en bomen is te zien dat hier een tropisch microklimaatje heerst.’s Avonds zien we vanaf de boot het afsluitende vuurwerk. Prachtig schouwspel dat je dwars door de masten heen kan gadeslaan.Bij de (boot)buren zijn wat feestjes gaande!
Na de Parade of Sails op zondag keren we terug naar Abercorn Basin. Weer lekker rustig in ons eentje aan het ponton.

Als het weer een beetje meezit, gaan we dinsdag richting Glenarm, iets ten noorden van Larne.

dinsdag 12 mei 2015

Belfast




Maandag met heel aardig weer op de fiets over de autovrije Comber greenway naar Dundonald om bij Down marine een reserve AIS-ontvanger te bestellen. Een piepklein winkeltje waar Kirk in de chaos van opgestapelde spullen feilloos de weg kan vinden. Daarna door naar Comber.




Omdat de Aquanav computer het weer eens heeft begeven, en in relatie daarmee ook de AIT2000 (AIS-ontvanger en zender), fietsen we dinsdagmorgen in de stortregen naar Belfast Computer Repair. Wie weet of die er iets mee kunnen!! ‘s Middags een bezoekje aan het Harbour Commissioner’s Office, de oude droogdokken, en de voormalige zeeliedenbuurt. Later die week nog op de fiets naar Lisburn, met bezoek aan het Irish Linen Centre, en over het Lagan Tow Path terug. We volgen de bordjes naar de Giant's Ring, maar kunnen hem niet vinden. Van Betty horen we later hoe je er kunt komen, en wat er eigenlijk te zien is. Doen we nog eens in de herkansing.


Zaterdag worden we door Betty en Robin opgehaald en gaan we toch nog met een hele groep wandelen in de Mourne Mountains. Ruige wandeling met prachtig weer en mooi zicht op Carlingford Lough. Barbecue na afloop.







Het weer is nog steeds enorm wisselvallig, met blauwe luchten, felle buien, en vooral `blustery winds`. Hard en vlagerig dus, en absoluut geen zeilweer. Maar we hoeven hier nu toch niet meer weg, want donderdag vliegen we terug naar huis i.v.m. de te verwachten voortijdige geboorte van het derde kleinkind. Hopen als alles goed gaat later dit jaar de reis weer voort te zetten.

zondag 3 mei 2015

Terug in Bangor

Niet alleen de haven en omgeving, maar ook het weer is weer als vanouds. Erg wisselvallig, met regen, veel wind, maar ook prachtige blauwe luchten. Daarbij, met een noordelijke stroming, gruwelijk koud. Zaterdag een diner met Steve en Claire (onze bootburen), Betty (sailing journalist) en haar man Robin, in de prachtige Royal Ulster Yacht Club. De sfeer was heel wat minder “formal” dan we vooraf vreesden.
Donderdag een aantal uren gevaren op Belfast Lough om de boot, en alles wat we veranderd hebben aan de zeilvoering, uit te testen. Liep allemaal lekker, en het weer was goed te doen. Zaterdag zouden we met Betty en Robin, en een aantal mensen van de parish church, meegaan op een wandeling in de prachtige Mourne Mountains. Vanwege het te verwachten slechte weer werd dat een week uitgesteld. Dus besloten we te verkassen naar Belfast marina, 2 uur varen verder. Voorlopig zijn de weersvooruitzichten toch zo dat vertoeven in een stad de beste optie lijkt. Bovendien is Belfast marina ontzettend goed geoutilleerd, heel beschut, vlak bij het centrum, en meer dan de helft goedkoper dan Bangor. Maar zien wanneer we naar het noorden van Ierland vertrekken.