zaterdag 2 september 2017

Ria de Vigo

We hadden al wat havens aangeschreven die in aanmerking zouden komen als winterligplaats. Maar het is natuurlijk heel lastig dat van een afstandje te beoordelen: veel havens blijken absuluut niet beschut genoeg, liggen te ver van een vliegveld, of zijn gewoon hardstikke duur. Op de gok hadden we Punta Lagoa, net boven Vigo, aangeschreven, een ook antwoord gekregen. Nu blijkt dit net een haven te zijn die Peter Hayden zeer kan aanbevelen. We besluiten dus vanuit Portosin direct naar de Ria de Vigo te varen om afspraken te maken, en van daaruit nog wat plekken te bezoeken. De ria’s boven Vigo bewaren we dan voor een andere keer.
vertrek uit Portosin
Islas Ciés in zicht
De 55 mijl die we moeten varen zijn prachtig: mooie kusten, inhammen, eilanden. Zoals overal elders zie je wat boten, maar druk is het nooit. De Spanjaarden zelf hebben in het algemeen niet heel grote schepen, waarschijnlijk omdat pleziervaartuigen hier als bezit beschouwd wordt. Bovendien moet de boot om de twee jaar gekeurd worden. Vandaar zie je hier veel "faux belges", "faux norvégiens", "faux néerlandais" enz.
voor anker in de Ensenada de San Simón

De marina van Punta Lagoa blijkt uitstekend qua ligging en constructie, al zijn de voorzieningen matig. Ook vragen ze niet de hoofdprijs, zoals in veel andere havens. We maken afspraken, brengen al een bezoekje aan Vigo, en varen onder de hoge brug door naar de Ensenada de San Simón, waar we vier dagen heerlijk rustig ankeren. Op maandagmorgen ligt opeens de hele noordkant van de baai, die erg ondiep is, vol kleine bootjes. Met een soort hark schrapen ze mosselen van de bodem. Aan de kant (het is laagwater) stikt het van de mensen die hetzelfde doen met een klein harkje. Als we weer vertrekken varen we dwars door de mosselfarms (“viveiros”) heen die hier overal liggen. Ze zijn namelijk recht naar beneden aan de bodem verankerd.

wandelend rond de Ensenada de San Simón
appeltjes plukken onderweg
mosselen verzamelen
De haven van Moaña is prima, en spotgoedkoop. De havengelden hier lopen nogal uiteen: in Davila Sport, net onder Vigo, betaal je waarschijnlijk voor onze boot iets van 80 euro, hier is het 16,27!! Op de fiets naar Cangas, een erg leuk, oud vissersdorp met smalle, kronkelende straatjes. Vervolgens ankeren we een aantal dagen aan de zuidkant van de ria. Je ligt midden in de natuur, met het strand voor de deur. Langs vuurtorens, kleine strandjes  en kliffen kun je prachtig wandelen. Op de Monte Facho opgravingen uit de Romeinse tijd.
Met de bijboot naar de kant (of liever gezegd: van de kant) is niet altijd eenvoudig: de eerste keer komen we niet goed door de branding, en zijn we zeiknat. Is weer een leermomentje: later gaat het beter.
Cangas
oude visserswoningen in Cangas
Praia de Melide
Monte Facho
zilte klaproos?
Ook in Cangas ankeren we voor het strand, om vandaar te vertrekken naar de Islas Ciés, in de monding van de ria de Vigo, en een nationaal park. We hebben een ankervergunning voor drie dagen. Het Praia de Rodas hier heeft de naam het mooiste strand van de wereld!! te zijn (beetje overdreven natuurlijk). We lopen alle routes die er op het eiland zijn. Naar vuurtorens (3), uitzichtpunten, kiezelstranden en bijzondere rotspartijen. Je ziet er veel geërodeerde rotsen.
boven bij Faro Ciés
overtrekkende wolk
rots met gat
Van de eilanden terug naar Moaña. En dan is het nog maar 1,5 mijl naar de overkant, naar Punta Lagoa, waar we de boot voor de winter laten liggen. Zes dagen de tijd om alles in orde te maken, en tussendoor nog een bezoekje aan Vigo te brengen. Woensdag vliegen we terug naar huis.

Geen opmerkingen: