zondag 29 juli 2018

Ankeren, en meer

Zoals beloofd eerst nog wat foto's:
Monasterio de Poio

De muiños van Freixa en Samieira

Pontevedra

Ankeren voor een strand is natuurlijk heel leuk, maar vanaf de boot aan land komen is wel een hele toer, zeker als je ook nog de fietsen mee wilt nemen. Gelukkig hebben we opklapbare wielen aan de spiegel van de bijboot, zodat we 'm ver genoeg het strand op kunnen rijden. Terugkeren met flinke branding hebben we inmiddels aardig onder de knie: uitkleden tot de onderbroek, het juiste moment afwachten, door het water steppen en aan boord jumpen. En Lei flink roeien ondertussen natuurlijk.
Het water zelf ziet er, als zwemwater, heel aanlokkelijk uit, maar is nogal aan de koude kant, zeker op wat grotere diepte. Het is tenslotte de atlantische oceaan. We leggen dus zwemspullen klaar in de bijboot op het strand, en nemen na excursies een duik vanaf de kant. Dat scheelt toch iets. Maar veel gezwommen wordt er niet door de Spanjaarden, en dat is niet voor niks.

De wandeling langs de vuurtoren voert eerst naar een enorm strand, het Playa de Area Maior (afgelegen, dus met maar weinig strandgasten), en vervolgens naar een binnenmeer met brak water, het Lagoa de Xalfas. Leuk en afwisselend, maar warm als je uit de wind loopt.

De Ruta de Cova de Gatos doen we op de fiets, door bergachtig gebied. Hij leidt naar twee vindplaatsen van rotstekeningen. De petroglieven van de Laxe de Rodas zijn goed te zien. Er is geen mens, iedereen zit op het strand. We fietsen verder naar de Cova de Bruxes, dat moet een grote vindplaats met veel tekeningen zijn. Maar zoals gebruikelijk is de markering van de route nul, en kost het heel wat moeite om ze te vinden. We komen wel door prachtige gehuchten met enorme aantallen horreos (voorraadschuurtjes op een verhoging). De tijd lijkt daar stil te hebben gestaan. Uiteindelijk, na heel wat klimwerk, vinden we de rotstekeningen. Eigenlijk moet je die tegen het vallen van de avond, met een bepaalde lichtval, zien. Nu zijn ze moeilijk te identificeren. Maar de plek is geweldig, met uitzicht over de hele ria. En naar beneden gaat het natuurlijk als een speer. 


De baai waar we liggen is genoemd naar het iets hoger gelegen klooster, het monasterio de San Francisco. Een kruiswegstatie voert over de rotsen naar boven. Bij de laatste statie aangekomen klimmen we verder. Er is niet echt een pad. We doen alsof we nog jong zijn, en klauteren over de rotsblokken. Twee meisjes dartelen naar beneden. Uiteindelijk vinden we een soort van route naar beneden, en lopen via een bospad en het gehucht Louro terug.

Om 6 uur besluiten we anker op te gaan, en een nachtje achter het eilandje Isla Creba te gaan liggen. Er staat namelijk een stevige zuidenwind, en achter het eiland zal de deining minder zijn dan in de baai. Bovendien willen we door naar de marina van Portosin, o.a. om eens al het zout en zand van de boot en bijboot af te kunnen spoelen. 
Iedere keer dat we ankeren houdt het anker goed, maar bij het ophalen wil er nogal eens het nodige meekomen. Soms enorme kluiten modder, dit keer een enorme bos kelp. Zie dat er maar eens af te krijgen. 
Maar een uurtje later liggen we in Portosin. Lekker comfortabel, zeker nu er twee dagen met veel wind en wat regen aankomen!

Geen opmerkingen: