Om de Ria de Aldan uit te varen moet je pal noord, dan het Canal del Norte,
richting de Ria de Vigo pal zuid. Met de noordenwind die er blaast moet het
Canal goed bezeilbaar zijn. Alleen valt het in de praktijk wat tegen. Maar
eenmaal bij Cabo Home de hoek om gaat het lekker. We willen ankeren in de
Ensenada de Limens. Vanaf de rode ton tussen de viveiros door naar het noorden.
Maar opeens zie ik op de dieptemeter nog maar een meter of drie. We blijken
over een ondiepte (met rotsen!) te varen, richting Playa de Nerga. Niet goed op
de kaart gekeken. Foutje!!! Gauw terug de goede kant uit.
In Limens lig je voor een leuk strand. Alleen is het er
vooral zaterdag overdag wel érg druk met zeil- en motorboten, surfers en
suppers. ’s Avonds is vrijwel iedereen weer weg.
De telefoon van Lei doet raar, dus we fietsen naar Cangas, een ontzettend leuk stadje op zo’n 4 km afstand. Het eerste stuk is akelig steil. Uiteindelijk bij Technosat zien ze wel wat het euvel is (aan- en uitknop werkt niet meer), maar ze sluiten om 13.00 uur, dus maandag terugkomen. ’s Middags weer naar Cangas, maar nu over het prachtige kustpad. Eigenlijk een wandelroute, maar op een paar stukken na goed te fietsen. Je komt er o.a. langs de voormalige Massó-fabriek.
Massó-fabriek |
Terug naar Limens langs de kapel van San Roque, en over de camiño vello.
Cangas: Casa de patín, oude visserswoning met buitentrap naar eerste verdieping |
San Roque |
In verband met de kapotte telefoon besluiten we om zondags naar Cangas te verkassen. We laten de fietsen staan in Limens (in- en uitladen in de bijboot is een heel gedoe), en lopen terug om ze op te halen. In de binnenlanden doen we Santa Maria de Darbo aan, een prachtige kerk mét ernaast een fontein. Een heel verstild plekje nu, maar ook een bekend bedevaartsoord.
Het strand voor Cangas ligt niet vol met boten. Je ligt er ook niet heel rustig, vooral vanwege de diverse ferries die er langskomen. Veel geklots dus. Op het strand waait de rode vlag: zwemwater afgekeurd, vanwege een te hoog gehalte aan E-Coli. ‘s Maandags gelijk telefoon weggebracht, maar een nieuwe knop moet besteld worden. Gaat even duren. We fietsen naar Moaña, over een blauw fietspad, “camiño real” (koninklijk pad) genaamd. Heel leuk, zo vermijd je de doorgaande weg. De taperia Ovella Negra (zwart schaap) blijkt nogal geliefd: mensen wachten er buiten op een tafeltje. We hebben geluk, en kunnen gelijk binnen terecht. ’s Avonds bericht van Technosat: knopje niet meer verkrijgbaar. Dus dinsdag maar een nieuwe telefoon gekocht.
Vanuit Cangas kun je de bergen in, o.a. naar het Mirador Alto do Carballiño. Het is best een zware wandeling omhoog. Onderweg komen we wat vrouwen tegen die in het bos werken. Eén van hen vertelt dat ze het droge hout onder de bomen weghalen. Met name met het oog op bosbranden. Wat dat betreft gaan ze hier heel wat preventiever te werk dan in Nederland. Maar dat is dan ook geen overbodige luxe.
Aangekomen op het hoogste punt word je
beloond met fantastische uitzichten. In het noorden de Ria de Aldan, maar je
kunt nog veel verder kijken, bijna tot aan Finisterre. Aan de andere kant zicht
op de Ria de Vigo. Voor de afdaling geeft Wikiloc een klein paadje aan,
nauwelijks te zien. Het blijkt redelijk overwoekerd met doornen- en
bramenstruiken. Lei gaat voorop en kapt hier en daar het nodige weg. Redelijk
bebloed bereiken we een breder pad. Zo word je er niet mooier op!
De fietsen laden we bij terugkomst vast in, want we willen
door naar onze thuishaven Vigo, en voor donderdag wordt er nogal wat wind
voorspeld. Maar ook nu is er al veel golfslag door de stevige westenwind, en
door de wash van de ferries, dus het wordt toch nog een hele toer.
Het is maar een klein stukje naar Punta Lagoa, in Vigo. Na twee maanden
hoofdzakelijk ankeren is het tijd om even bij te komen van de vermoeienissen.
Dan is rechtstreeks van de boot op de wal stappen wel even heerlijk.
Terug in de haven is er het nodige te doen: bijboot
schoonspuiten, eens goed stofzuigen, dek poetsen, was doen in de lavanderia enzovoort. We maken ook een
lijst van reparaties, aanpassingen en verbeterpunten. Een flinke lijst, waar we een prioritering op
los laten. Ook moet er nu al het nodige uitgedacht en uitgemeten worden, en
moet op internet gezocht worden naar benodigde hardware. Zo krijg je de tijd
wel om.
Daarnaast maken we een heleboel uitstapjes: eerst een
fietstocht over de Ecopista langs de Rio Minho van Valença do Minho naar Monçao. Langs oude stationnetjes. Al eerder gedaan, in een
ander jaargetijde. Nu zien we weer heel andere dingen. Een prachtig tochtje!
overgebleven voorportaal van oud landgoed |
wc's bij stationnetjes |
We rijden een aantal dagen later naar Monte Cepudo en Monte Alba, twee bergen met miradoiros "uitzichtspunten". Prachtig uitzicht op de Ria de Vigo en op de Ensenada de Baiona. Het is zondag, en we lunchen in een restaurant vol Spaanse families.
kapel op Monte Alba |
De verrassing komt als we verder de berg afrijden naar het zuidwesten: bij toeval komen we in het dal van Chandebrito. Een prachtig, besloten dal met ook hier enorm veel archeologische vondsten. In 2017 heeft in dit dal een enorm grote brand gewoed, waarbij twee jonge mensen zijn omgekomen. De inwoners hebben een herdenkingspark met jonge boompjes ingericht. En als monument staat er een stel longen gemaakt van verbrand hout, met bovenop een boompje. Het heet in het Galicisch “rexurdimento”, ‘heropleving’.
Een paar dagen later gaan we ook nog naar O'Porriño, waar dezelfde architect Palacios (die in deze stad geboren is) het stadhuis heeft gebouwd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten