De eerste twee weken van juni 2024 liggen we aan de steiger om de boot in orde te maken: onderwaterschip poetsen,voorzeilen erop, nieuwe telltales aan het grootzeil naaien en nog zo wat.
Daarnaast de nodige fietstochtjes, zoals een deel van de Via Verde langs de Rio Minho.
Zondag 7
juli verlaten we Vigo om naar Bueu te gaan. De bedoeling is om daar een
tussenstop te maken op weg naar Finisterre. Er staat een flinke wind langs de Costa da Vela, en we
kunnen prima zeilen; we besluiten dus om door te gaan naar Pobra do Caramiñal, in de Ria de Arousa.
Na zeven uur varen komen we aan en gooien het anker uit. Na een rustdag willen we verder, maar ’s ochtends zit het potdicht van de mist. Als het om 12.00 uur wat op lijkt te klaren vertrekken we alsnog. Door het Canal de Sagres gaat het prima, en hebben we voldoende zicht op de rond ons oprijzende rotspartijen. D.w.z. Els heeft daar nul zicht op, want die zit binnen met de headset op om op de kaart de te varen koers te bekijken, en door te geven aan de schipper. Achter ons komt een grote vissersboot met flinke snelheid het kanaal in, maar op het smalste stukje houdt ie keurig in, en blijft achter ons.
Canal de Sagres |
Als we verder naar het noorden komen neemt de mist toe. Finisterre, toch een flinke kaap, is niet te zien. Bij de grote pier moeten we indraaien om de steiger te vinden waar we aan kunnen meren. Pas als we op zo’n 10 meter genaderd zijn, zien we het ding opeens voor ons opdoemen. Zonder GPS en digitale kaart ben je in dit soort omstandigheden nergens. Weer een tocht van zo’n zeven uur gemaakt.
De volgende dag is het zicht weer slecht, en ’s middags regent het flink. Ook donderdagmorgen zien we geen hand voor ogen. Maar de wind waait uit de goede hoek, dus tegen de middag gaan we toch maar op pad naar Camariňas. Het zou wat noordelijker beter moeten zijn, qua zicht., maar dat blijkt tegen te vallen. In de kaart staat dat er magnetische anomaliën in dit gebied voorkomen. Of het daar door komt weten we niet, maar in elk geval slaat het kompas twee keer compleet op tilt. Omdat we op de autopilot varen, gaat de boot alle kanten op. Vanwege het ontbreken van zicht is het best lastig om weer op koers te komen. Maar na zo’n 5 uur blind varen gooien we uiteindelijk voor de haven het anker uit. Voor het gemak gaan we de dag erna toch maar in de haven liggen. Het weer is enorm opgeknapt, en we maken twee geweldige fietstochten. De eerste voert langs de kust van de ria naar Cabo Vilan, met de vuurtoren erop. Terug over de weg.
Cabo Vilan |
De dag erna gaan we binnendoor over de rode route naar de kust van de Costa da/del Morte. Dit is een Natura 2000 gebied, en is echt fantastisch mooi: links de zee, rechts hoog oprijzende rotspartijen. We fietsen door tot Cabo Trece, en het Cementerio dos Ingleses. Met gedenkplaquettes voor een aantal schepen die hier zijn vergaan, waaronder de HMS Serpent, eind 19e eeuw. Het heet hier niet voor niets Costa da Morte. Terug over paadjes dwars door de rotspartijen met prachtige uitzichten over de omringende bergen, en over de Ria de Camariňas.
Uitzichtpunt met de kantklosnaalden van Camariñas |
Voor zondag 15 juli wordt heel veel zuidenwind voorspeld. En die komt ook. We liggen aan de steiger met de kop naar het noorden, en draaien eerst de boot maar eens om. Een hele operatie, maar met veel denkwerk vooraf lukt het prima. ’s Middags regent het pijpenstelen. Maandag begint de Semana Grande, een feestweek gewijd aan de heilige Carmen. De kermis wordt al opgebouwd op het terrein achter de haven. Een paar maal per dag knalt het al enorm, de vissers zijn druk met het versieren van hun schepen, en op de kades verrijzen de stalletjes. We zijn niet dol op dit soort feesten, want meestal begint het spektakel pas rond 2300 uur, om tot ongeveer 0600 uur door te gaan. Echt lekker slapen is er dus niet bij. Voor het losbarst fietsen we nog naar Ponte do Porte, om daags daarna weer naar Fisterra te vertrekken. Dit maal is het zicht uitstekend, dus de Costa del Morte zien we nu vanaf het water. De wind is niet geweldig, maar na zo’n 4,5 uur varen meren we weer af langs de steiger in Fisterra. Gratis, maar zonder voorzieningen. Wel handig ivm onze fietsjes. Het tochtje naar Cee is leuk, vooral langs het Playa Langoesteira, het langgerekt strand van Fisterra, en de stukjes binnendoor. En de hoogteverschillen zijn niet onaanzienlijk. Maar met de elektrische Brompton vliegt Els naar boven, en ploetert Lei de hellingen op. Aan het eind van de rit zoeken we de overgang naar het strandje aan de Atlantische kant, de Mar da Fora. Prachtig, heel rustig, maar wel met een gevaarlijke zee. Over vlonders weer naar boven en terug naar de boot. Het weer is heerlijk: zonnig, een fris windje, en niet te warm. Ook de route naar het noorden is leuk: eerst door het bos omhoog naar Cabo de Nave, dan over het looppad naar beneden, en verder, niet over de hoofdweg, maar door de gehuchten die er liggen, naar Praia de Rostro.
Vrijdags varen we maar een klein stukje van Fisterra naar Corcubión. Daar lagen we al eerder aan een anker. Zaterdag is een regendag: tijd om voor kapper te spelen, schoon te maken, en de was te doen.
uitzicht vanaf de ankerplek in Corcubion |
Met veel beter weer fietsen we de dag erna naar Lires. Leuk binnendoor, met veel montbretia.
In Lires komt een rivier de zee in, en het heeft prachtige stranden.
Tijd om weer wat verder naar het zuiden af te zakken, naar de Ria de Muros.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten