Waren we zaterdag nat geworden tijdens het wandelen, zondag werden we nog veel natter, met name bij het aanleggen in Campbeltown, op Kintyre. Harde wind en stortregen bij het invaren van de baai. De havenmeester ving ons nog net op, maar bleef verder maar niet te lang op de steiger. Gelijk had ie. Onder dit soort omstandigheden bewijst zich wel het nut van onze buiskap: je hangt het natte spul er onder, en het waait zo weer droog.
Maandag was tot onze verrassing een prachtige dag. Dwars over Kintyre naar het zuiden (Southend) gefietst waar veel te beleven was: de kapel van St. Columba, grotten, voetafdrukken uit de tijd van de Schotse koningen, maar vooral ook fantastisch uitzicht op de kust van Noord-Ierland, op het eiland Sanda, en op Ailsa Craig, een typische rotsformatie die de toegang tot de Clyde markeert. En ook nog een kolonie zeehonden op het strand. Terug besloten we de kustweg te nemen: iets langer en heuvelachtiger volgens een jonge Schotse, "but much prettier". Niets hiervan was gelogen: de fiets bevond zich geregeld naast, en niet onder ons, maar het was alleszins de moeite waard.
In Campbeltown lagen drie boten naast ons waarop stond "Les pèlerins de la mer". Het bleken jonge Fransen die truien droegen met het opschrift "Vivre la mer autrement". En onder hen een aantal habijt en priesterboord dragende figuren. Nader onderzoek leerde dat het om een jongerenorganisatie gaat die zich gevormd heeft na een oproep van Paus Johannes II (in 1989) aan alle jongeren om naar St Jean de Compostelle te komen, en de apostelen van de toekomst te worden. Dat jaar gaan zo'n 20 schepen zeilend vanuit Frankrijk naar Compostella. Aan boord ook een broeder van de congregatie van St Jean. En zo is het gekomen. Sinds 1991 worden er "pèlerinages maritimes" georganiseerd o.a. naar plaatsen waar verschillende heiligen het evangelie gebracht hebben. In dit geval ging het om St. Egbert die op Iona en Islay Keltische monniken had overgehaald zich aan te sluiten bij het Romeinse kerkgebruik. De zee wordt daarbij gezien als een plek waar je de zekerheid van de haven achter je laat, waar je teruggeworpen wordt op jezelf, en de rijkdom die anderen te bieden hebben leert ontdekken. Als dat bij ons ook zo werkt komen we dus gelouterd terug :-).
In elk geval hesen we woensdag weer de zeilen om naar Stranraer, in Loch Ryan te varen, zo'n 40 mijl zuidoostwaarts. De westenwind woei zo'n 5 Beaufort, maar kwam over de heuvels van Kintyre zetten, wat zogenaamde "squalls" oplevert. Dat zijn in dit geval heftige valwinden, die de windsnelheid plotseling sterk verhogen. Maar flink gereefd ging het prima, en we hadden natuurlijk wel een lekker gangetje. Op open zee was de wind veel stabieler, maar kregen we voor het eerst weer te maken met echte golven. Twee maanden nauwelijks gezien! Tot zo ver het zeilpraatje.
We liggen nu zo ongeveer tegenover Belfast Lough, in Noord-Ierland. Het idee is om begin volgende week het North Channel over te steken. Dan gaan we maar eens kijken in Bangor, onze beoogde ligplaats voor de winter, en in Belfast. Daar is begonnen met de aanleg van een nieuwe marina. Zo lang die niet helemaal klaar is kun je er nog aardig voordelig liggen, en dat midden in de stad. Lijkt ons wel leuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten