woensdag 27 juli 2016

Terug in Ulster



Dit Mariabeeldje staat op de kade in Teelin (Donegal). Het is typisch voor Ierland: overal dit soort beeldjes, kapelletjes, Lourdesgrotten en heiligengroepen, ook in privétuinen. Verder zie je in de katholieke kerken binnenlopende gelovigen, bij toerbeurt hardop biddende vrouwengroepen en priesters in vol ornaat. Kortom, het katholieke geloof is in Ierland nog heel levend. Bij de Anglicaanse kerken tref je altijd hardwerkende vrijwilligers aan, bezig met de boel opknappen, gras snijden, opruimen en dergelijke. Heel actief, ook qua financiën, om de kerken in stand te houden.
In Teelin staat trouwens ook een monumentje voor de monniken die daarvandaan in de 5-e eeuw naar IJsland zijn vertrokken om het geloof te verspreiden.




Wij hebben onderweg naar Noord-Ierland weer het nodige meegemaakt: in Downings (Sheephaven) van de meerton geslagen vanwege een pick-uplijn die niet meer helemaal 100% bleek te zijn, in Portsalon (Loch Swilly) van een afstandje gekeken naar het op één na mooiste strand !! van Ierland (zeggen ze), rondom Malin Head gevaren - de beruchte, noordelijkste kaap in het meest winderige stukje Ierland - met windkracht 0, en binnen de betonning varend vastgelopen op Loch Foyle. Rond Malin Head was het hardstikke druk: maar liefst drie! boten gezien.

richting Malin Head
In Londonderry aan de steiger zijn we de enige passant. Op zich is dat niet zo raar, want de tocht over Loch Foyle is lang (zo’n 17 mijl), opletten geblazen en tamelijk saai qua omgeving. In elk geval hebben we na drie dagen weer vaste grond onder de voeten. De foto's zijn van de Peace Bridge, en van de muurschilderingen in Bogside, de katholieke wijk van Derry:










In grijs en zeer regenachtig weer varen we Loch Foyle weer uit, over het South Channel naar Portrush. Vandaar gaan we via Rathlin Island richting Belfast Lough koersen. Bijna rond!


woensdag 20 juli 2016

Naar het noorden

We zijn van plan drie dagen achter elkaar te varen om flink op te schieten naar het noorden. Zaterdags van Inishbofin naar het onbewoonde eiland Inishkea, dat midden op de route ligt. De eerste kaap die we moeten ronden is Achill Head.
Achill Head
In de boeken beschreven als een kaap waar je maar beter uit de buurt kunt blijven. Het is een gigantische steenklomp, die een onevenredige invloed op weer, wind en golven schijnt te hebben. We hebben een flinke portie wind, maar we komen er goed langs. In de baai van zuid Inishkea ankeren we. Helaas komt er door de sound tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het eiland een flinke deining. We zijn hartstikke moe, maar van slapen komt helaas niet veel: je wordt continu heen en weer geslingerd.

Erris Head, de kaap die we de volgende dag ronden, is veel kleiner en lager, maar valt dan weer enorm tegen. Bij Eagle eiland, dat er voor ligt, hebben we zeeën van zo’n drie meter. Ze schijnen hier ooit een golf van 20! meter gemeten te hebben. Brrr. Dan zeilen we de hoek om, langs de kust van noord Mayo, en wordt het gaandeweg beter, tot we zo’n 10 mijl in de baai ongeveer vlak water hebben. Niet te geloven! Dat is een stuk lekkerder zeilen.
Deze kust biedt een imposant schouwspel van enorme, grillige rotsformaties, aan de kant, maar ook in zee: o.a. Benwee Head, The Stags, Buddagh en Downpatrick Head. Meer naar het oosten wordt het vlakker en meer pastoraal. We meren af aan een meerton in Kulcummin Pier. Dat kost enige moeite, want de lokale vissers hebben er visfuiken aan vastgemaakt. Maar na 7 uur varen liggen we weer vast.
aan een meerton in Kilcummin Pier
na het zeilen

Maandag gooien we weer bijtijds los om naar zuid Donegal te varen. De weersvooruitzichten beloven windkract 3 à 4 vanuit S/SW tot S/SE. Het is schitterend weer. Maar, zoals Johan Cruijff zaliger altijd zei: Ieder voordeel heb z’n nadeel”: weinig tot geen wind dus. Maar we liggen prachtig in Teelin Pier, en fietsen c.q. wandelen dinsdags Slieve League op, de op één na hoogste klif van Ierland (zo’n 600 m.). In de  bloedhitte, dat wel. 
uitzicht vanaf Teelin Pier
op Slieve League
Op woensdag is alles weer bij het oude qua weer. ’s Morgens bij vertrek regen, maar gaandeweg toch een heel aardige dag. En een geweldige zeildag. Langs de kliffen van roze graniet omhoog naar Bloody Foreland, langs Horn Head, en Sheephaven Bay in. We klokken 64 mijl in 10,5 uur.

vrijdag 15 juli 2016

Inishbofin "Het eiland van de witte koe"


Op dinsdag varen we naar Inishbofin. Onderweg lopen we het zeilschip Red Roo voorbij dat we al eerder in Galway en Clifden zagen. 's Avonds drinken we een pint met de eigenaren, Phil en Maree uit Australië, die al een jaar in Europa onderweg zijn. We maken foto's van elkaar als we langsvaren:


Als je de haven van Inishbofin binnenvaart kom je langs de ruïnes van Cromwell's barracks, halverwege de 17e eeuw gebouwd. Er hebben katholieke priesters, beschuldigd van hoogverraad, gevangen gezeten. We willen er naar toe, maar lopen ons vast. De barakken blijken op een eiland te liggen, en je kunt de kloof  alleen met laagwater oversteken. Jammer dan! Vanuit onze ligplaats heb je er ook mooi zicht op.


Dit eiland (en ook het vasteland ten oosten) is een van de 8 gebieden van de zogenaamde Gaeltacht, waar het Gaelic nog gesproken wordt, en de Ierse cultuur nog zeer levend is. Vrijwel overal trekken bandjes die Ierse muziek spelen 's avonds langs de pubs. Héééél gezellig!!

Op het eiland zijn drie "looped walks" waarvan we er twee maken. Prachtig en ruig, maar Inishmore was als eiland specialer. Wel prachtige uitzichten, en in het grasland tussen de rotsen enorm veel bloemetjes. Heel Ierland staat trouwens vol met prachtig bloeiende wilde planten en plantjes. Een orchidee is hier niets bijzonders.


Donderdagmiddag regent het serieus, en zijn er weer windwaarschuwingen voor 2 dagen. We blijven dus maar lekker liggen naast de vrachtveerboot waar we aangemeerd liggen, al moet die vrijdagmorgen wel een paar uur weg. Maar niemand doet hier moeilijk. We maken gewoon los en leggen bij terugkomst weer vast, we mogen gebruik maken van de generator van de ferry, en van havengelden hebben ze hier nog nooit gehoord. We maken praatjes met een heleboel mensen, o.a met Andrew, hoteleigenaar, een soort havenmeester én zanger, die hier de boel een beetje geregeld probeert te krijgen. Een soort burgemeester van Inishbofin.

Het plan is om zaterdag naar Inishkea te gaan, een onbewoond eiland zo'n 40 mijl noordelijker. Is ons aanbevolen door een Ier uit Galway. Maar we moeten daar ankeren, dus willen dan wel acceptabele windsterktes hebben. Vrijdagavond lijkt het, als we terugkomen van het restaurant van Andrew's hotel (heerlijk eten). wat rustiger te worden.

Wordt vervolgd.

dinsdag 12 juli 2016

Galway Bay en verder

’s Zaterdags vertrekken we om 6 uur ’s avonds vanuit Valentia Island naar Inishmore. In de Blasket Sound hebben we de stroom niet echt mee . Los van de Blasket-eilanden  staan er hele vreemde rotsformaties overal om ons heen. Er is eerst vrij weinig wind, terwijl de zee heel erg knobbelig is. 

Gelukkig komt er gaande de nacht meer  wind, en als  we verder uit de kust komen wordt ook die rustiger. Het is wel een stikdonkere nacht. Een beetje spooky! Maar om 3 uur wordt het al ietsje lichter. Om half 7 zijn we in de Gregory’s Sound, tussen de eilanden Inishmore en Inishmaan. Een uurtje later  liggen we met lange lijnen vast aan de kade. Het verval is hier ruim 4 meter. Het zou hier druk met boten moeten zijn, maar er ligt niemand.

Inishmore is één van de Aran-eilanden, in Galway Bay. Bekend (naar het schijnt) van de film The man of Aran uit 1934, een kruising tussen documentaire en fictie over het harde leven op dit ruige eiland. Na even uitpuffen gaan we het gelijk verkennen. Uiteindelijk fietsen we er 3 dagen rond. Het is een bizar en spectaculair karst-landschap: overal geërodeerde kalksteen in de vorm van rotsen, een soort grote plavuizen en kleinere keien. En dan is het hele eiland ook nog doorsneden door een eindeloos aantal muurtjes gevormd door opgestapelde stenen. Op dezelfde manier zijn er zo’n 3000 jaar geleden op de rand van de kliffen een aantal forten gebouwd. Black Fort, en de omgeving ervan, is het meest indrukwekkend. Het lijkt wel een maanlandschap.



Woensdag gaan we met de ferry en de bus naar Galway, met een middeleeuws centrum.  Klein, maar wel erg sfeervol. De volgende dag weer vroeg op om de volgende kaap te gaan ronden, Slyne Head. Voor het weekend wordt slecht weer voorspeld, dus we willen in één keer door naar Clifden, waar je goed beschut schijnt te liggen. Na Slyne Head wordt de zee een stuk rustiger, en om 11.30 liggen we aan een ton. Weer 42 mijl aan het triplog toegevoegd!


De mensen van de bootclub zijn ontzettend gastvrij.  Ze bieden ook  aan om, als we dat willen, onze jerrycans met diesel te vullen. De volgende dag worden ze vol aan boord afgeleverd. Hier aan de westkust zijn namelijk nauwelijks of geen mogelijkheden om aan een pier te liggen en diesel te tanken. Je bent behoorlijk op jezelf aangewezen in deze contreien, ook als het gaat om douchen, water tanken en electra. Zuinig doen met stroom dus!

In het typische Connemara-landschap (rotsen, moerasland,meren en  bergen op de achtergrond) fietsen we o.a. de tocht langs  de ruines van het hier gelegen “wireless station” van Marconi. Een heel goed gemaakt buitenmuseum. En de prachtige Sky Loop. Hoog dus, zodat je enorm ver kunt kijken.
Het weekend is inderdaad nogal winderig, en regenachtig (de laatste weken is het sowieso een komen en gaan van Atlantische fronten), maar de deining die in de baai binnenkomt is goed te doen.  In principe maandag verder naar Inishbofin, wat een prachtig eiland schijnt te zijn.

Daar zijn we inmiddels, maar daarover later meer.

maandag 4 juli 2016

Valentia Island

In Knightstown, in Valentia Harbour, liggen we aan de drijvende pontons waarbinnen een marina van 200 ligplaatsen gepland was. Project nooit voltooid, maar de pontons zijn prima, en je ligt er gratis. Op het pontje dat hier vaart staat God met ons III. Gekocht in Zwartewater of Genemuiden misschien?

Zeevarenden kennen Valentia als één van Ierlands Coastal Radio Stations. Het weerstation staat alleen niet meer hier, maar op het vasteland. De vrouw van de hoofdmeteoroloog had eind 19e eeuw geen zin om in deze uithoek te gaan wonen. Vandaar.
Cable Station
Valentia Harbour
Ook is hier in 1866 met een schip de eerste telegraafkabel naar Canada getrokken. De gebouwen van het Cable Station staan er nog.
Royal Valentia Hotel
Jean-Marie en Lei


Jean-Marie, die hier in zijn       eentje ligt, komt naar het weer vragen. Hij gaat via de Scillies terug naar St Malo, maar spreekt geen Engels. Voor onze hulp krijgen we een St Malo vlaggetje.We zwaaien hem uit. Schip 41 jaar, hijzelf 73. 


In nogal winderige omstandigheden fietsen we naar de Fogher kliffen, en de volgende dag naar de kliffen bij Portmagee. De mooiste van Kerry, zeggen ze. Uitzicht op de Skelligs, en op Puffin Island, waar we langsgevaren zijn. Behoorlijk wat toeristen daar, dat zijn we niet gewend. Maar mooi is het!


Uiteindelijk liggen we hier de hele week. Vanaf donderdag hebben we namelijk te maken met "near gales"en heftige buien. Geen weer om aan de volgende etappe van 80 mijl te beginnen. De volgende bestemming is namelijk Inishmoore, één van de Aran-eilanden in Galway Bay. Het probleem is dat tussen Dingle Bay en Galway Bay geen havens zijn. Tenzij je de Shannon opvaart, maar dat betekent minstens 20 mijl naar het oosten (en weer terug) extra varen.