maandag 21 augustus 2017

Van La Coruña naar het zuiden

vertrek uit La Coruña
Van La Coruña naar Camariñas is het rustig zeilen. De Code Zero gaat op, we lopen 7 knopen. En dan opeens een enorme, lang aanhoudende windvlaag. De stuurautomaat begint te piepen, we loeven gigantisch op, lopen uit het roer en het voorzeil begint water te scheppen. Zie nou die lap zeil maar weer eens weg te krijgen. Da’s hard werken!! Soms is zeilen topsport -;)
aanloop Camariñas
Het haventje van Camariñas is leuk, maar aan de kleine kant. Onze Amerikaanse buurman (uit Argentinië) ligt op de kop van de steiger. Wij steken met het halve schip de haven in. Het waait nogal deze dagen, vanuit het noord-oosten, en het probleem met de ria’s is dan dat de wind, blazend  door de dalen, een tunneleffect krijgt en veel harder is dan op open zee. ’s Avonds liggen we heen en weer te dansen in 7 à 8 Bft. Later merken we dat het hier vaak zo gaat: ’s morgens nauwelijks wind, ’s middags begint het te waaien, en tegen de avond is er meestal royaal wind.

In Camariñas gaan we fietsen door de binnenlanden, met het kaartje dat we van de havenmeester krijgen, en worden enorm verrast door het prachtige landschap. Boven op de berg een enorm windmolenpark, maar ook grillig gevormde rotsen waarin vaak (dieren)figuren te herkennen zijn. Beneden verlaten stranden, azuurblauwe zee, en zelfs een heus duin. En zicht op de vuurtoren Faro Vilan. De dag erna komen we ook nog in Ponte do Porto, met een oude brug, een kasteel, een oude molen en een kapel. Er is een complete houten promenade omheen gebouwd, maar zo te zien komen er weinig toeristen.
Faro Vilan

Olifantje!
strand met een heus duin
monding ria de Camariñas
timpaan kapel Ponte do Porto
Het haventje van Camariñas heeft een clubgebouw met restaurant, waar het altijd druk is. We krijgen eerst een tapa en eten er een heerlijke paëlla al mariscos (met zeeschelpdieren).
niet zo maar een tapa
 paëlla al mariscos
ook niet te versmaden: eigengemaakte pimientos del patron
En dan weer op pad, naar de eerste ria van de zogenaamde Rias Baixas of Bajas (die in het noorden heten de Rias Altas), de Ria de Muros y Noya. We zeilen langs Cabo Finisterre, een enorme steenklomp, die beschouwd wordt  als het einde van de antieke wereld. Veel pelgrims naar Santiago de Compostelle gaan hier nog naar toe, als echt eindpunt van hun pelgrimage.
Cabo Finisterre of Fisterra
Portosin  ligt aan de noordoever van de ria de Muros, en is vooral een badplaats. De marina is prima, maar voor de supermarkt moeten we een steile heuvel op. Om te ontdekken dat ie dicht is vanwege het zoveelste fiësta, dit keer dat van San Roque. We verkennen de omgeving weer met de fiets, en doen ook voor de verandering een wandeling de binnenlanden in. Zo kom je in kleine gehuchtjes, en zie je hoe de mensen hier leven.
overal graanschuurtjes op paddestoelenpalen
en overal zonnewijzers
onderweg meloen!
In de haven komen we toevallig Peter Hayden tegen. We “kennen” hem van een artikel in Yachting Monthly, en van de rally die hij net mede heeft georganiseerd voor leden van de Ireland Cruising Club. Hij zeilt al jaren in dit gebied, en kan ons prima adviseren over geschikte havens om de boot voor de winter neer te leggen. Daarover later meer.

vrijdag 11 augustus 2017

Naar de ria's


Gijón ligt in de autonome provincie Asturië. Het is een grote stad die tijdens de Spaanse burgeroorlog voor een groot deel is verwoest en daarna opnieuw opgebouwd. Toch is er nog een oud stadsdeel, op het schiereiland waar we vlak bij liggen, en zijn er in de stad zelf ook nog veel opvallende, oudere gebouwen. We vonden het een ontzettend leuke stad, ruim opgezet, met gezellige pleintjes en mooie parken. In de haven lig je leuk, maar er is erg veel deining.
Plaza Begoña
Plaza Mayor in het oude deel van Gijon
sculptuur op Cerro de la Santa Catalina
Omdat er lokaal veel cider wordt geproduceerd (die overigens veel lekkerder is dan de Franse cider), zie je er veel sidreria’s annex restaurantjes. En ze houden er een opvallende manier van cider schenken op na: de ober houdt de fles hoog boven zijn hoofd in de rechterhand, het glas laag in de linkerhand. Hij staart in de verte, kijkt niet naar glas of fles, en begint te schenken. Een slok of twee in het glas dat je in de hand geduwd krijgt. Het is de bedoeling dat je dat in één keer opdrinkt, en als er nog wat in het glas zit kiep je dat weg (dat doen we natuurlijk niet). De ceremonie herhaalt zich. Zelf inschenken is uit den boze. We rekenen €2,80 af.
ciderflessensculptuur
Van Gijón via Cudillero - een stadje met gekleurde huizen in een steile kloof - en Luarca -een "olde worlde town", zoals de pilot zegt - naar de eerste ria van het noorden, Ribadeo. Een ria is niet heel veel anders dan een Schots "loch": de zee vormt in het land een inham die uitkomt op de monding van één of meerdere rivieren. Ribadeo ligt op de grens van Asturia en Galicia. In het stadje een paleisachtig gebouw met bijzondere, roodschitterende torens dat door een leerling van Gaudi is gebouwd.
Na een dagje rondfietsen varen we richting La Coruña (A Coruña in het Gallicisch). Dat is toch zo'n 80 mijl verder. We plannen een stop halverwege, omdat we de wind pal tegen hebben, maar denken dan toch aan verder varen. Alleen wordt het bij Cabo Ortegal wel erg hotsen en botsen. Bij kapen krijg je gemiddeld een Beaufort extra aan wind, en vervelende zeeën. We lopen Cariño binnen, waar we ankeren, en een dagje afwachten (in de regen).
's ochtends vroeg bij Cabo Ortegal
Dan eindelijk noordoosten wind, en een fijne tocht naar La Coruña. Daar kom je nogal wat mensen tegen die of net terug zijn van een verre reis (Kaap Verden, Caribisch gebied, Suriname), of aan het vertrekken zijn. Bij hen vergeleken is wat wij doen maar klein bier.

De stad heeft een prachtige boulevard, de Avenida Marina geheten, met rondom 19e eeuwse gebouwen met kleine raampjes (zo gebouwd om veel daglicht op te vangen) en arcades eronder. De oude stad heeft drie kerken en een klooster, intieme pleintjes en smalle straatjes. We hebben in het katholieke Spanje al heel wat kerken en kapelletjes gezien, vaak heel druk versierd van binnen en niet zelden vol tamelijk lelijke beelden. Van buiten en qua constructie meestal heel mooi. Op zondag is hier trouwens nog steeds alles dicht. 

Avenida Marin
Torre di Hercules

We fietsen o.a. naar Torre di Hercules, de oudste vuurtoren van Europa, van waar je heel mooi zicht hebt op de hele baai. Je kunt vanuit deze baai nog weer verschillende ria's in, maar dat bewaren we voor een volgende keer.Inmiddels zijn we al via Camariñas, de eerste ria van de Rias Baixas (die van La Coruña tot Vigo lopen) doorgevaren naar Portosin, in de ria do Muros y Portosin. Daarover later meer.
onderweg vanaf La Coruña

donderdag 3 augustus 2017

Wetens- en wederwaardigheden

- dageraad: het wordt hier veel en veel later licht dan bij ons. Rond 7 uur 's morgens mag je blij zijn als je een beetje licht ziet. Dat hangt natuurlijk samen met de lengte- en breedtegraad waarop wij ons nu bevinden. Die bepalen samen de lengte van de dag en het moment waarop het licht wordt. En inmiddels liggen we zo ongeveer op 43 graden, 44 minuten noord/7 graden 50 minuten west.

- bureaucratie (1):  in Spanje ben je bij elke nieuwe marina waar je aankomt een half uur kwijt met de papierwinkel. Je moet meenemen: papieren van de boot met o.a. naam en registratienummer, de verzekeringspapieren, je paspoorten. Alle gegevens moet je eerst zelf invullen op een formulier, de receptie doet dat nog eens opnieuw, alles wordt gekopieerd en overal komt een stempel op. 
En zowel in Spanje als in Frankrijk hebben we de douane aan boord gehad. Met vragen als: wat is de kleur van de boot? Heeft u radar? Wat is dat ding daar voor aan de mast? Enz. enz. Alles wordt met de hand ingevuld op daarvoor bestemde papieren. En nu is onze vraag: wat gebeurt daar mee? Zitten ze daar bij de douane dan alles weer over te tikken? En wat gebeurt er vervolgens met al die gegevens? Of is het gewoon om de mensen aan de gang te houden???

- bureaucratie (2): in Frankrijk kunnen ze er ook wat van. We maken het volgende mee: we willen met de trein van Lorient naar Vannes, en zijn ruim op tijd (30 minuten van te voren) op het station. Loketten, met een vrij forse rij ervoor. Twee beambten erachter. Veel reizigers hebben minstens tien minuten nodig, want zijn in het vooruit een ingewikkelde treinreis aan het regelen. De tijd gaat dringen. Lei doet (gelukkig) al onderzoek naar het perron. Een Franse dame achter ons krijgt het ook benauwd. Vraagt een van de lokettistes of er mensen zijn die een trein moeten halen. Ja dus!! Er gebeurt niets. Zinloze vraag. Ik ben aan de beurt. Moet minstens 10 vragen beantwoorden. Het duurt en duurt. Het treinkaartje is zo'n ouderwets grote die uit moet worden geprint. Ik krijg nog even omstandig uitgelegd waar het perron is, en dat de kaartjes gecomposteerd dienen te worden. We rennen naar het perron. De Franse dame achter ons gaat ook uit de rij. Op het perron blijkt een kaartautomaat te staan 😫. Maar.... die blijkt pas te gaan werken om 12 uur, op het moment dat de Franse beambte aan zijn/haar obligate middagpauze begint. Hoera voor de Franse spoorwegen. En Macron, doe er wat aan!!