vrijdag 11 augustus 2017

Naar de ria's


Gijón ligt in de autonome provincie Asturië. Het is een grote stad die tijdens de Spaanse burgeroorlog voor een groot deel is verwoest en daarna opnieuw opgebouwd. Toch is er nog een oud stadsdeel, op het schiereiland waar we vlak bij liggen, en zijn er in de stad zelf ook nog veel opvallende, oudere gebouwen. We vonden het een ontzettend leuke stad, ruim opgezet, met gezellige pleintjes en mooie parken. In de haven lig je leuk, maar er is erg veel deining.
Plaza Begoña
Plaza Mayor in het oude deel van Gijon
sculptuur op Cerro de la Santa Catalina
Omdat er lokaal veel cider wordt geproduceerd (die overigens veel lekkerder is dan de Franse cider), zie je er veel sidreria’s annex restaurantjes. En ze houden er een opvallende manier van cider schenken op na: de ober houdt de fles hoog boven zijn hoofd in de rechterhand, het glas laag in de linkerhand. Hij staart in de verte, kijkt niet naar glas of fles, en begint te schenken. Een slok of twee in het glas dat je in de hand geduwd krijgt. Het is de bedoeling dat je dat in één keer opdrinkt, en als er nog wat in het glas zit kiep je dat weg (dat doen we natuurlijk niet). De ceremonie herhaalt zich. Zelf inschenken is uit den boze. We rekenen €2,80 af.
ciderflessensculptuur
Van Gijón via Cudillero - een stadje met gekleurde huizen in een steile kloof - en Luarca -een "olde worlde town", zoals de pilot zegt - naar de eerste ria van het noorden, Ribadeo. Een ria is niet heel veel anders dan een Schots "loch": de zee vormt in het land een inham die uitkomt op de monding van één of meerdere rivieren. Ribadeo ligt op de grens van Asturia en Galicia. In het stadje een paleisachtig gebouw met bijzondere, roodschitterende torens dat door een leerling van Gaudi is gebouwd.
Na een dagje rondfietsen varen we richting La Coruña (A Coruña in het Gallicisch). Dat is toch zo'n 80 mijl verder. We plannen een stop halverwege, omdat we de wind pal tegen hebben, maar denken dan toch aan verder varen. Alleen wordt het bij Cabo Ortegal wel erg hotsen en botsen. Bij kapen krijg je gemiddeld een Beaufort extra aan wind, en vervelende zeeën. We lopen Cariño binnen, waar we ankeren, en een dagje afwachten (in de regen).
's ochtends vroeg bij Cabo Ortegal
Dan eindelijk noordoosten wind, en een fijne tocht naar La Coruña. Daar kom je nogal wat mensen tegen die of net terug zijn van een verre reis (Kaap Verden, Caribisch gebied, Suriname), of aan het vertrekken zijn. Bij hen vergeleken is wat wij doen maar klein bier.

De stad heeft een prachtige boulevard, de Avenida Marina geheten, met rondom 19e eeuwse gebouwen met kleine raampjes (zo gebouwd om veel daglicht op te vangen) en arcades eronder. De oude stad heeft drie kerken en een klooster, intieme pleintjes en smalle straatjes. We hebben in het katholieke Spanje al heel wat kerken en kapelletjes gezien, vaak heel druk versierd van binnen en niet zelden vol tamelijk lelijke beelden. Van buiten en qua constructie meestal heel mooi. Op zondag is hier trouwens nog steeds alles dicht. 

Avenida Marin
Torre di Hercules

We fietsen o.a. naar Torre di Hercules, de oudste vuurtoren van Europa, van waar je heel mooi zicht hebt op de hele baai. Je kunt vanuit deze baai nog weer verschillende ria's in, maar dat bewaren we voor een volgende keer.Inmiddels zijn we al via Camariñas, de eerste ria van de Rias Baixas (die van La Coruña tot Vigo lopen) doorgevaren naar Portosin, in de ria do Muros y Portosin. Daarover later meer.
onderweg vanaf La Coruña

Geen opmerkingen: