dinsdag 29 mei 2018

(Backup) Nog meer Ria de Arousa

Nog wat plaatjes van Vilagarcia de Arousa, en van wat vergane glorie in de omgeving:

Pazo de Vista Alegre

Met de trein gaan we naar Padrón, een historisch stadje waar de 'padrón' te zien is, de steen waar het lichaam van de heilige Jacobus vanuit Palestina aan land gekomen zou zijn. Uiteraard wordt die bezocht door pelgrims op weg naar Santiago. 



Padrón is ook bekend van de 19e eeuwse schrijfster  Rosalia de Castro, die het Galicisch een enorme boost heeft gegeven, en van Camilo José Cela, die in 1989 de nobelprijs voor de literatuur heeft gekregen. 




En verder nog van de 'pimientos de padrón' die overigens uit Herbón komen. Dat zijn kleine, groene paprikaatjes die, gebakken in olie met een beetje zout, heerlijk zijn als borrelhapje. 





We verkassen naar Rianxo. Er valt niet heel veel te zeilen hier: de hele ria ligt vol rotspartijen (behalve het canal principal), bovendien is er 's ochtends nauwelijks wind, terwijl die later op de middag vrijwel standaard aantrekt tot een harde wind uit NO of NW. Het is ook nauwelijks de moeite het zeil te hijsen als je de hele ria wilt verkennen, want de afstanden zijn klein, steeds zo'n 5 tot 7 mijl. 

Rianxo heeft een grote vissersvloot, en er zijn een paar plekjes in het marinagedeelte voor passanten. Het stadje is absoluut niet toeristisch, maar verrassend leuk. Prachtige, idyllische baaitjes om de hoek, een oud centrum en een visserijmuseum dat we bezoeken.


Een pittige fietstocht brengt ons naar het Castro de Neixon, op de rots in de baai een clubje wulpen. De dag erna gaan we op petroglieven (zoek)tocht. Rotstekeningen dus. De bakker wijst ons met de auto de weg naar de eerste vindplaats. O.a. een prachtig, duidelijk hert met gewei. Terug richting Rianxo, het bos in en zoeken naar een serie andere. We vinden met veel moeite de indicaties van waar ze zouden moeten zijn, maar verder niks. Jammer dan.



Overal weer de leukste bloemen. Velden met klaprozen, en een boom met rare, grote, borstelige bloemen. 











zondag 27 mei 2018

(Backup) Activiteitenlogboek!

Wie denkt dat een zeilvakantie een uitrustvakantie is heeft het helemaal mis. Het zeilen zelf is vaak tamelijk enerverend, en als je dan ook nog, zoals wij, zonodig het hele achterland per fiets of te voet moet verkennen, dan snap je dat we 's avonds best wel moe zijn. Maar het is allemaal wel heel erg de moeite waard, meestal. 
I
Zo fietsen we dus vanuit Ribeira een flink stuk naar het 'Complexo dunar de Corrubedo e lagoas de Carregal e Vixán'. Om het bezoekerscentrum via binnendoorweggetjes te bereiken wordt een beroep gedaan op google maps. 
Ter plekke uitvoerige uitleg (in het Engels!) over mogelijke wandelroutes. We gaan naar de zoutwaterinlaat, een soort van Slufter. Veel zoutminnende planten en bloemen onderweg, waaronder zeekraal. Terug over het strand. Prachtig!
,


We wisten al dat ze in Spanje laat eten, maar als we 's avonds om 20.30 uur naar het clubhuis van de marina gaan, krijgen we te horen dat de keuken vanaf 22.00 uur open is. Pff. Wel lekkere tapas bij het biertje, maar 22.00 uur is ons te laat. Uiteindelijk meldt de ober dat we om 21.00 uur wat kunnen krijgen. Heerlijk, trouwens, ook de wijn, een albariño uit het grensgebied tussen Spanje en Portugal.

De volgende dag gaan we een stuk noordelijker voor anker, bij Escarabote. Fietsen en tassen aan land brengen met de bijboot is een hele klus. Zeker als je na 1 uur fietsen, en 2 uur teruglopen vanwege een lekke band (of liever: een lek ventiel) de hele onderneming weer moet herhalen. 
We verkassen dus naar de marina van Cabo de Cruz, op een half uurtje varen. Een soort van schiereiland dat uitsteekt in de ria. Daar heb je de fietsen zo aan land. Er loopt een mooi 'sendiero azul', een blauwe (loop)route langs de kust. Voor het overgrote deel ook te fietsen. Leuk, en langs superrustige weggetjes. Onderweg een mooi wrak. Op het meest noordelijke punt de 'igrexa de san christovo'. Die moeten we zien natuurlijk. Is nog heel leuk ook. 


hoort er ook bij, een scheepswrak


De ria is weer helemaal ingesteld op de visserij, vooral op de kweek en oogst van schelpdieren. Overal 'viveros' of  'bateas', platforms in het water waar mosselen gekweekt worden, kleine bootjes met duikers, en op de stranden bij laagwater mensen die met schoffels en harken de schelpdieren onder het zand vandaan halen.

We verlaten Cabo de Cruz, het is warm en benauwd, en landen 7 mijl verder in Vilagarcia de Arousa. Onweer, wat regen, en de dag erna grijs, maar droog. Volgens de pilot is Vilagarcia 'an unappealing town', maar de 'ruta historica' leert dat dat best meevalt. Het oude gedeelte met het Pazo de Vista Alegre uit de 16e eeuw (een pazo is een soort grote stenen villa, er zijn er een heleboel van hier), het tegenoverliggende dominikaner klooster en het Castro de Alobre is heel erg de moeite waard. Overigens zie je her en der ook nogal wat vergane glorie.

Van hier uit kunnen we met de trein naar het historisch interessante Padrón, dus dat wordt de volgende activiteit.




zaterdag 19 mei 2018

(Backup) Weer op pad

Volgens de boekjes heeft Pontevedra, de hoofdstad van de gelijknamige provincie, een oud centrum. We gaan erheen, en zijn toch enorm verrast door de omvang van het oude, monumentale deel. Overal nauwe straatjes die uitkomen op grote en kleinere gezellige pleinen. Hele aparte kerken, de ruines van een gotische kerk, grote gebouwen uit de negentiende eeuw, en overal prachtige bomen. In de Iglesia de la Virgen de la Peregrina komen pelgrims op weg naar Santiago een stempel halen. Het was wel koud, trouwens, niet meer dan zo'n 15 graden.


Overigens is er hier iets raars met de feestdagen. Vorige week gingen we op Hemelvaartsdag naar A Guarda, in de veronderstelling dat het een zondag was. Zou je toch verwachten in het katholieke Spanje. Maar we zien mensen aan het werk, winkels open en het normale doordeweekse verkeer. Hoe zit dat? Thuisgekomen maar eens internet geraadpleegd. Inderdaad, geen katholieke feestdag in Spanje. Net zo min als Pinksteren. Mogelijke verklaring: in Spanje heeft men meer op met Maria dan met Christus. Zo is Maria Hemelvaart in augustus wel een vrije dag. Het is maar dat je het weet. 
Overigens is het hier qua toeristen nog tamelijk uitgestorven. Ook op het water weinig drukte, hooguit wat dagzeilers in de weekeinden. 

Het eerste echte zeiltochtje naar Portonovo in de ria de Pontevedra is gelijk behoorlijk pittig. Aan de wind zeilend in vlagen tot minstens 26 knopen reven we uiteindelijk ook de genua. Op de ria, waar de golven weg zijn, kan ie weer helemaal uit. Onderweg een school dolfijnen, met een aantal hele grote exemplaren. Blijft een fantastisch gezicht. Overigens is het weer wel inmiddels fantastisch (los van de wind dan). In Portonovo maken we twee leuke fietstochten langs het water. Het vlakbij gelegen Sanxenxo staat bekend als de beste badplaats van Galicia.
De dag erna varen we weer door naar Santa Uxia de Ribeira in de Ria de Arousa. Hoe meer we naar het noorden varen hoe meer wind we krijgen. Grootzeil reven, genua reven, nog meer genua reven en nog steeds varen we meer dan 8 knopen en is het nogal aan de ruige kant. Uiteindelijk op de motor en de stormfok pal tegen de wind de ria in. In Ribeira moeten we een ankerlijn oppakken en met de kop naar de steiger afmeren. Wel altijd hulp van marinero's in Spanje. Maar we liggen met de kuip pal in de wind, en draaien de boot later toch maar zelf om. Zo blijf je lekker bezig!

Overal langs de ria vindt je 'paseos maritimos', wandel- en fietspaden van hout vlak langs het water. Heel leuk fietsen dus. De ria zelf ligt vol met grillig gevormde rotspartijen. We wandelen naar een archeologisch park, en vandaar naar de Piedra de Rana (kikvorssteen), waar je zicht hebt op het nationaal park van Corrubedo, met duinen, moerassen, een zoet- en een zoutwatermeer. Iets hoger ligt het Castro de Cidá, de resten van een nederzetting van zo'n 2500 jaar oud. Morgen maar eens dat park bezoeken, ziet er vanuit de verte prachtig uit!











vrijdag 11 mei 2018

Terug in Vigo

Al weer twee weken in Vigo, na zo'n 2000 km. gereden te hebben. In de eerste week gaat de boot op de kant. Vooral de schroef, het roer en de onderkant van de kiel zien er smerig uit. Maar met een stevige waterstraal spuit de marinero de boel er in één keer af. Met een grote roller zit de antifouling er zo op. Frist lekker op!
  



De tijd gaat op aan installatiewerk (o.a. centrifuge, elektrische kookplaat, compressor) een complete opruimactie, het schoonmaken van de watertank en van alle groen uitgeslagen lijnen, het opblazen van de bijboot, het aanbrengen van de zeilen, en nog veel meer. Een rondje proefzeilen wijst uit dat de rolreef van het voorzeil erg moeizaam gaat. Eigenlijk is dat al langer zo. Overleg met de leverancier. Lager waarschijnlijk kapot. We kunnen er nu wel mee zeilen, maar in juni zal ie naar Frankrijk moeten worden opgestuurd.

Natuurlijk is er ook tijd voor ontspanning. Lekker fietsen naar het Samilstrand, een wandeling naar O Calvario (een hooggelegen voetgangersgebied in de stad), en een dagje met de auto naar A Guarda. De kustweg is schitterend met links de groene heuvels en rechts de woest schuimende zee. Onderweg het klooster van Oia, boven A Guarda het Castro San Tegra, met resten van een 2000 jaar oude nederzetting waar zo´n 3000 tot 5000 mensen hebben gewoond. Prachtig uitzicht op de Rio Minho, de grensrivier tussen Spanje en Portugal.




Prachtige dagen met blauwe luchten worden afgewisseld door dagen met bewolking en af en toe wat regen. De temperatuur is nog niet al te hoog, maar in de zon is het al gauw heerlijk. De natuur is op zijn mooist, met overal fris groen en uitbundige bloemenpracht.

De bedoeling is om binnen een paar dagen te vertrekken naar de ria de Arousa, twee ria's noordelijker. Dat is de grootste, en ook de meest natuurlijke van de Rias Baixas, met veel havens en mooie ankerplekjes.