De Serra de Barbanza boven Pobra is trouwens een geweldig wandelgebied, met best hoge toppen. En zoals overal stikt het er van de mooie baaitjes en knusse strandjes. Het Isla de Arousa, waar we nu liggen, is prachtig, en heeft echt eilandkarakter. Er wonen hooguit 5000 mensen (geconcentreerd in San Xulian, het centrum), en het eiland is ook pas sinds 1985 verbonden met het vasteland. Ons ankerbaaitje bij de vuurtoren is omgeven door enorme rotspartijen. Fietsen gaat prima, over vlonders, zandpaden en stille weggetjes. Aan de zuidkant een natuurgebied. Natuurlijk, er zijn mensen op de stranden, maar dit hele gebied is absoluut nog niet ontdekt door de toeristenindustrie. Er komen wel wat buitenlanders (veelal bootjesmensen), maar toch vooral Spanjaarden.
We willen naar Cambados, op het vasteland. Maar volgens de dame van het oficina de turismo op het eiland is dat om te fietsen toch wel erg ver. Ze hebben hier geen idee dat wij Nederlanders van een afstand van zo'n 15 à 20 km. echt niet omvallen. We gaan dus, over de 3 km. lange brug die het eiland met het vasteland verbindt, en dan langs de kust en door het binnenland over de ruta del Padre Sarmiento, een pater die in 1745 deze weg liep als pelerinage naar Santiago de Compostella. Onderweg een aantal wijngaarden, want Cambazos is de hoofdstad van de albariño, heerlijke witte wijn uit de streek.De havens die we op de fiets bekijken zijn absoluut niet geschikt voor zeilboten: het is erg ondiep, en er zijn geen voorzieningen. Dus fietsen we de route zondags bij druilerig weer nog een keer, nu om Cambados echt te bezoeken. Een historisch stadje, met vele pazos, de nodige kerken natuurlijk (waaronder één zonder dak) en gezellige straatjes.
We willen naar Cambados, op het vasteland. Maar volgens de dame van het oficina de turismo op het eiland is dat om te fietsen toch wel erg ver. Ze hebben hier geen idee dat wij Nederlanders van een afstand van zo'n 15 à 20 km. echt niet omvallen. We gaan dus, over de 3 km. lange brug die het eiland met het vasteland verbindt, en dan langs de kust en door het binnenland over de ruta del Padre Sarmiento, een pater die in 1745 deze weg liep als pelerinage naar Santiago de Compostella. Onderweg een aantal wijngaarden, want Cambazos is de hoofdstad van de albariño, heerlijke witte wijn uit de streek.
We lunchen met mosselen en gefrituurde calamares bij Maria José. Natuurlijk met een glas albariño erbij. De avond ervoor hebben we ook al heerlijke mosselen gegeten op het Fiesta del marisco in San Xulian. En uiteraard de pulpo a feira, met paprika gebakken octopus. Dat soort fiestas heb je hier overal. Op de kades worden lange tafels onder luifels gezet, je koopt bonnetjes bij de kassa, en haalt eten en drinken af bij de desbetreffende kraampjes. Nog wel een hele kunst om te weten te komen wat het allemaal is: nécoras, camarones, zamburiñas, percebes enzovoort.
Vanuit het Isla de Arousa varen we een klein stukje naar Cabo de Cruz. Even twee nachten lekker in een haven. De lucht is weer strakblauw, de omgeving is erg leuk, én op de stranden is veel meer te doen als in mei. Gewoon gezellig!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten