De volgende dag gaan we door het Canal de Sagres naar buiten. Dat blijft spannend. Op zich is het kanaal vanaf deze kant goed gemarkeerd, maar je hebt toch het gevoel dat vlakbij de rotsen oprijzen.

Concurbión is een authentiek dorpje met zowel grote landhuizen -met de typisch Galicische veranda's- als kleine visserswoningen. We zijn de enige zeilboot, en het is er allemaal superrustig. We maken twee mooie wandelingen. Opvallend is de enorme verscheidenheid aan bloemetjes in alle kleuren van de regenboog: monnikskap, slangenkruid, kaasjeskruid, kogelbloemen, klokjesbloemen, kamperfoelie, wilde rozen, allerlei soorten heide, anjelieren, gevlekt zonneroosje, enz. enz. In de duintjes achter het praia de Rostro zagen we zelfs bloeiend vlas.
In de vissershaven blijkt een steiger te zijn waar je gratis kunt liggen. Verder geen faciliteiten, alleen water.
In het dorp uiteraard een heleboel pelgrims. Als we naar de vuurtoren lopen waar Finis Terrae echt is (al is het niet het meest westelijke punt van Spanje), is het megadruk, ook met schoolklassen, auto's en bussen. Toch is het een bijzondere plek.
Terug lopen we veel leuker door de binnenlanden, en komen geen mens meer tegen.
Een prachtige, maar zware fietstocht brengt ons langs het praia de Rostro naar Lires, waar de rivier met de zelfde naam in zee uitkomt. Een dag later langs het praia de Langosteira naar Concurbión waar we de volgende dag naar toe verkassen.
![]() |
duintjes bij praia de Rostro |

![]() |
praia de Lires, en de Rio Lires |
de baai van Finisterre, met rechts (het rode driehoekje onze ankerplek in Corcurbión, |
Zondag en maandag komt het met bakken uit de hemel, en kunnen we alleen 's middags even op pad. Met harde zuidenwind is het ook lastig om met de bijboot terug aan boord te komen. Als het dinsdag weer droog is geworden, fietsen we langs Cee, in het lochhead, naar de oostkant van de baai. Daar ligt Ézaro, met zijn watervallen. Vanaf het strand sla je links een weg in, en opeens bevindt je je in een compleet andere wereld: een rivier, rotsblokken en zicht op de Monte Pindo. De watervallen komen vrijwel in zee uit, en dat schijnt heel bijzonder te zijn.
Steil omhoog lopen we nog naar het Mirador de Ézaro. Hellingen van rond de 17%, maar ook van 30%. Hier eindigt regelmatig de Vuelta. In 2012, staat op een paaltje, eindigden hier Rodriguez, Contador en Valverde als nummer 1, 2 en 3.
Ook vanuit Corcurbión fietsen we naar Lires. Helemaal door de binnenlanden. Aan de reacties van mensen die hier wonen merk je dat hier nooit iemand komt.
Als je vanuit Lires de Camino de Santiago volgt kom je bij de oude brug over de Rio Pedro. Hier liggen nog oude, Romeinse stepping stones.
Het plan is om de volgende dag naar de eerste van de Rias Baixas, de Ria de Muros te zeilen.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten