vrijdag 27 juni 2014

Canna

We hebben al veel moois gezien, maar de baai van Canna, en het eiland zelf, zijn onaards mooi. Zeker als je er met mooi weer binnen komt varen! Tussen Canna en Sanday (er tussen ligt een brug) ligt een besloten baai, die een natuurlijke haven vormt. Je bent er omringd door groene, terrasvormige heuvels, met twee kerkjes op de punt. Aan de zuidkant rijst Rum op, een erg ruig en steil eiland. Het meest opvallend zijn de basaltvormige kolommen die je boven op de plateaus ziet. En trouwens ook in de zee. Allemaal lava van een vulkaanuitbarsting ergens
op Skye. Een van de heuvels heet trouwens Compass Hill, en niet voor niets. Daar zit zo veel ijzer in de grond dat je kompas er van ontregeld kan raken (-;. Behalve Canna cafe, Canna House, een boerderij en een paar huizen is er niets. Behalve ongerepte natuur dan. Er schijnen nog maar 6 mensen te wonen. In de 18e en 19e eeuw is een groot deel van de bevolking tijdens een zogenaamde "clearance" van het eiland verdreven. Veel eilanden en stukken land in Schotland hadden - en hebben vaak nog steeds - namelijk een privé-eigenaar. ,
Die zag dan meer in schapen dan in mensen (schapen leveren meer op) en stuurde de mensen gewoon weg. Daarna zijn mensen ook uit eigen beweging weggetrokken.
Naast Canna cafe is een community shop: je schrijft in een schriftje op wat je gekocht hebt, en doet het geld in een kistje. Ook het geld voor de meerboei gaat in de zogenaamde "honesty box".

Woensdag regende het helaas. We hebben uren gewandeld, maar je ziet natuurlijk niet zo goed hoe mooi het is. Daar de weersvooruitzichten goed waren, zijn we maar een dagje extra gebleven om alsnog een lange wandeling te maken. Je moet daarbij trouwens niet je enkel verzwikken of zo iets, want kun je lang wachten tot er hulp komt. Want bellen gaat inderdaad niet. Nul komma nul bereik.

Inmiddels zijn we weer terug in de bewoonde wereld: Tobermory. Net uitgenodigd voor "drinks" op een boot die ons ook al op Canna had gespot. Die boot komt uit Rhu, dus wie weet kunnen we nog wat tips krijgen voor de reis naar het zuidelijk deel van de Schotse westkust. Wordt vervolgd.

maandag 23 juni 2014

Berneray

Berneray is een eilandje dat met een verbindingsweg over een dam verbonden is met Noord Uist. We zijn er vandaag naar toe gefietst, zo'n 50 km. heen en terug, vanochtend door vieze buien. Maar vanmiddag brak de zon door, en toen zag je pas goed hoe het landschap is: totaal onbedorven en wonderschoon. Op Berneray wonen nog de nodige native sprekers van het Gaelic. Je vindt er de Black Houses die we al eerder zagen, zeehonden en schapen.


En vooral maagdelijke stranden: wit zand en turkoois water. Naar het schijnt hebben de stranden hier in een brochure model gestaan voor stranden in Thailand. Alleen heb je hier niet zo gauw strandweer. Het voordeel daar weer van is dat ze niet bedorven zijn door strandtenten, mega hotels en wat dies meer zij. En je bent er helemaal alleen!!

Er zijn ook echte duinen, met daarachter grasland dat men "machair" noemt. Staat vol bloemen, waaronder wilde orchideeën. We hebben er heel wat gezien. Ook wollegras komt hier heel veel voor.

Morgen verder naar Canna, dat samen met Rum, Eigg en Muck deel uitmaakt van de Small Isles binnen het geheel van de Inner Hebrides. De telefoon schijnt er geen bereik te hebben, en verder is er ook niks werelds te vinden. Heerlijk!

zaterdag 21 juni 2014

Van Lewis naar Noord-Uist

Stornoway is klein, maar leuk. Met een prachtig kasteel dat je al van ver ziet als je de baai komt binnenvaren. Op de castle grounds is ook de University of the Highlands and Islands. De Zuid-Oost kust van Lewis is niet bijster interessant, ontdekten we al fietsend. Een rondreis met de bus (de W2 circular met een enigszins trillende chauffeur met zwarte nagels die zo uit de werkplaats leek te komen en ook niet veel verstand had van de prijzen van buskaartjes) leidde dwars door Lewis naar de Noord-West kust. Dan zie je dat het binnenland geheel bestaat uit zoetwatermeren en enigszins heuvelachtig land, waarvan de bodem vooral uit turf bestaat. Die wordt ook hier en daar gestoken. Aan de westkant ziet het er totaal anders uit: een prachtige kliffenkust en natuurlijk: zicht op de Atlantische oceaan.
In het zuiden zie je flinke bergen oprijzen. Al bussend bezochten we de Standing Stones van Callanish. Een soort Stonehenge, maar dan met drie verschillende locaties met steencirkels. Waarschijnlijk zo'n 4500 jaar oud. Tijdens ons bezoek leek er een soort heksenbijeenkomst te zijn: mannen in kilts, vrouwen in lange, zwarte jassen, geheimzinnig dansend. Bleken later vreemd genoeg Russen te zijn!!
Daarna door naar de Gearannan Black Houses. Een heel dorp van hutten opgebouwd uit zwarte keien met rieten daken. Net onze Drentse plaggenhutten. Je ziet, je hoeft eigenlijk helemaal niet zo ver weg: we hebben het allemaal in eigen land ook ;-). Vanuit het dorp een deel van het kustpad over de kliffen gelopen. Echt een fantastisch landschap. En beneden de oceaan met inhammen vol rotsen. Mooier kan bijna niet. Qua weer was het ook geen verkeerde dag: behoorlijk grijs, zoals meestal, maar met hele aardige opklaringen. En niet koud. Nou ja, niet koud. Relatief gesproken dan, want veel warmer dan zo'n graadje of 17 krijg je het hier toch niet.

De avond en een deel van de vrijdag doorgebracht met dubben. Gaan we wel of niet de Hebriden zuidwaarts afzakken. Je komt dan in de Little Minch. En daar zijn volgens de pilot een aantal "hazards", zoals de Sound of Shiants, waar de zeebodem erg ongelijk is, wat nogal een akelig zeetje kan opleveren. Van die beschreven "hazards" (in de praktijk valt het meestal gigantisch mee) krijg je een soort van koudwatervrees. Ergens voor de eerste keer komen is altijd een beetje spannend. En zonder stress dezelfde route terug varen is natuurlijk ook een optie ;-).

Afijn, vanochtend om half zes opgestaan om de stroom mee te hebben in die bewuste Sound. Met flink wat wind, met name uit buien, als een speer door de Sound afgezakt naar Noord-Uist (ook een van de Outer Hebrides). Niks aan het handje. We verwachtten op Loch Maddy aan een meerboei te moeten liggen, maar tot onze verrassing was er een gloednieuw ( 2 weken oud) ponton. Het is hier nog meer eiland dan op Lewis. Met moeite 1 shopje voor de hele populatie. Maar wel een bekend kunstcentrum. Zijn al wezen fietsen naar de Hut of the shadow. In the middle of nowhere heeft een kunstenaar een hut gebouwd met een camera obscura er in. Op de muur krijg je via een lichtvenster een afbeelding van wat zich voor de hut bevindt. Morgen fietsen o.a. naar Berneray, een eilandje dat met Noord-Uist verbonden is. Schijnt heel erg pittoresk te zijn. En de kwartelkoning (zegt ons - nitwits op vogelgebied - niets) schijnt hier dankzij aangepast landbeheer nog voor te komen. We gaan het zien.

dinsdag 17 juni 2014

Van Mallaig naar de Hebriden

Mallaig heeft als attractie de Jacobite stoomtrein. Iedere dag rijdt die 2 maal op en neer van Fort William naar Mallaig. Ruim vooruit te boeken, want helemaal vol! Dat levert Mallaig een stroom toeristen op die dan op het middaguur alle eetgelegenheden bevolken, en daarna weer terug rijden. Schijnt een enorme belevenis te zijn. Voor ons niet haalbaar want (a) vanuit Mallaig kun je niet heen en weer en (b) als je zeilt is voor een bepaalde dag boeken ook niet echt verstandig. Maar het was erg leuk om 'm te zien stomen (dat hadden we trouwens in Fort William ook al gezien).

Vanuit Mallaig naar het noorden kom je door twee engtes, Kyle Rhea en Kyle of Loch Alsh. Daar kun je tot 8 knopen stroom tegenkomen, en dat zou achteruit varen betekenen en zeer onrustig water☹. Maar met het nodige rekenwerk kwamen we er zonder kleerscheuren doorheen. Daarna onder de Skye bridge door. In de engtes (en trouwens ook alle dagen daarna) een heleboel zeehonden in het water gespot. En ook weer wat puffins.

Na de "kyles" voeren we Loch Carron op, en deden Plockton aan. Volgens de gids "arguably the most attractive village on the entire north west coast". En ze hebben gelijk: een zeer pittoresk dorp in een prachtige baai. We lagen nog niet aan een meerboei of er kwam een bijbootje op ons af met daarin: Andy en Janice. Die hadden we 3 jaar geleden in Ipswich ontmoet, waar ze een Samoa 47 (zelfde boot als wij hebben) aan het afbouwen waren. Het plan was om die te gaan gebruiken bij de chartervaart op met name Groenland en IJsland. Sinds afgelopen oktober is ie af en varen ze er mee rond. Ongelooflijk toeval dat we die daar troffen!!

Inmiddels zijn we via Loch Gairloch in zeer dichte mist naar Lewis gevaren, het grootste eiland van de Outer Hebrides. Stond bij Lei al een poosje op het verlanglijstje, en nu zijn we er dan. Dit zal wel het noordelijkste puntje worden dat we aan gaan doen.

De laatste dagen was het weer nogal grijzig, en erg mistig, maar bij de nadering van Lewis ging zo waar de zon schijnen. Het voelt een beetje aan als aankomen op Terschelling: eilandgevoel, niet al te warm, maar heldere luchten. En toch voelt het ook weer een beetje als aankomen in de bewoonde wereld, want de afgelopen dagen waren we redelijk afgesneden: nauwelijks of geen winkels, vrijwel geen bereik met de telefoon en al helemaal geen internet of wifi. En dat hebben ze hier in Stornoway dus allemaal wel.
De komende dagen gaan we de boel maar eens verkennen. Hopelijk lukt dat met het fietsje!!

vrijdag 13 juni 2014

Van Mull naar Mallaig

Noodgedwongen - vanwege de PC - heel wat dagen doorgebracht op Mull. Maar dat is geen straf. Tobermory is leuk, en wandelend of fietsend kom je op de meest afgelegen plaatsen met de meest exotische namen: Rubha nan Gal (een vuurtoren), Lochan a' Ghurrabain (een binnenmeer), Lochan's Airde Beinn (een kratermeer) enz. Prachtig, dat Gaelic! Maar als we naar BBC Gael luisteren ("In the pipeline", met veel doedelzakmuziek), verstaan we er totaal niets van.

Vooral de fietstocht rond Glengorm Castle was geweldig: dwars door schapenweides, met rotsformaties, een waterval, en weidse uitzichten. Echt wat je je bij een Schots landschap voorstelt. En behalve schapen en hooglanders kom je geen levend wezen tegen.
Onze conditie moet inmiddels met sprongen vooruit zijn gegaan, want de klimmetjes hier zijn pittig, en we komen er nu tenminste een aantal fietsend op ☺.

Inmiddels zijn we verder noordwaarts naar Mallaig gevaren, en hebben we Ardnamurchan Point gerond. Schijnt een mijlpaal te zijn. Ardnamurchan Point is het meest westelijke punt van Groot-Brittannië, en een "major headland", een echte kaap dus. Het kan er flink spoken, met name omdat de zeebodem erg ongelijk is. De pilot zegt dreigend dat als je er voorbij gaat, je je ook moet realiseren dat je weer terug moet. En dan een foto erbij van een klein scheepje dat stampt op de golven. Lekker bemoedigend ☹. Wij hadden echter superkalm weer, en konden met gemak vlak langs de kaap, en over de banken heen varen. Vandaag een dagje met mist en regen.
Morgen verder naar Plockton.

zaterdag 7 juni 2014

Sound of Mull

De tocht door de Sound of Mull woensdag was prachtig, vooral omdat het weer meewerkte. Zeilen was er alleen niet bij. De wind heb je in deze zee-engtes of pal achter of pal tegen: de bergen buigen de inkomende wind helemaal af. Het plan was om het anker uit te gooien op Loch Aline, ergens halverwege. Dat loch ligt zeer beschut en is dus uitstekend geschikt om het ankeren te oefenen. Lei blies de nieuwe RIB op en maakte al roeiend een tochtje, waarbij hij op een zeehond stuitte.
Vrijdag op weg naar Tobermory, op het eiland Mull, met steeds meer opklaringen. In een feeërieke baai liggen we aan een meerboei met zicht op de gekleurde huisjes aan de kade. Met de RIB de fietsen aan de kant gebracht, en zo'n 300 meter geklommen. Het is hier nogal "hilly", dus de fiets had ik vaker wel dan niet aan de hand. Boven natuurlijk een schitterend uitzicht. De Schotse hooglanders vroegen zich wel af wat we daar kwamen doen.
We blijven tot dinsdag hier, want onze boord-pc, die we al in IJmuiden opgestuurd hadden naar Engeland, is eindelijk gemaakt en wordt hier afgeleverd. Vandaag een "yellow rain day", maar die regen kwam pas laat, dus we hebben nog prima kunnen wandelen. Misschien, heel misschien, komt er later deze week hogedruk in deze contreien.

dinsdag 3 juni 2014

Aan de westkust!!

Na het afdalen van in totaal 11 sluizen gisteren waren we uiteindelijk weer op zee. We zijn dus aan de WESTKUST!! Maar het lijkt hier totaal NIET op zee. Je zou zeggen dat je over grote meren vaart, met heel veel eilanden en eilandjes, rotsen, inhammen en engtes. Je moet absoluut goed navigeren en de nodige tijd besteden aan het berekenen van de tijd waarop je door zo'n engte met flinke stroming kunt varen. Gisteren waren dat de Corran Narrows, op Loch Linnhe. Maar we waren er exact op de goede tijd (hoedje af voor Lei). Het weer was niet om over naar huis te schrijven (maar dat doe ik nu dus wel ;-)), dus we hebben nog niet goed kunnen zien hoe mooi het hier is, maar dat het mooi is, is zeker.

We liggen nu in Dunstaffnage marina, een paar kilometer boven Oban, dat we straks op de fiets gaan verkennen.

Morgen gaan we verder noordwaarts. Dat betekent dat het gedaan is met de luxe van marina's. Hooguit Tobermory nog, daarna wordt het ankeren. Ben benieuwd wat we allemaal gaan tegenkomen daar in die afgelegen streken.

De eerst foto is van Ben Nevis, de hoogste berg van Schotland. Je ziet hem vanaf het laatste stuk van het Caledonisch kanaal. De tweede foto geeft enig beeld van de Lynn of Lorn, op weg naar Dunstaffnage, met de soort luchten die we hier wel vaker zien (-;.