Stornoway is klein, maar leuk. Met een prachtig kasteel dat je al van ver ziet als je de baai komt binnenvaren. Op de castle grounds is ook de University of the Highlands and Islands. De Zuid-Oost kust van Lewis is niet bijster interessant, ontdekten we al fietsend. Een rondreis met de bus (de W2 circular met een enigszins trillende chauffeur met zwarte nagels die zo uit de werkplaats leek te komen en ook niet veel verstand had van de prijzen van buskaartjes) leidde dwars door Lewis naar de Noord-West kust. Dan zie je dat het binnenland geheel bestaat uit zoetwatermeren en enigszins heuvelachtig land, waarvan de bodem vooral uit turf bestaat. Die wordt ook hier en daar gestoken. Aan de westkant ziet het er totaal anders uit: een prachtige kliffenkust en natuurlijk: zicht op de Atlantische oceaan.
In het zuiden zie je flinke bergen oprijzen. Al bussend bezochten we de Standing Stones van Callanish. Een soort Stonehenge, maar dan met drie verschillende locaties met steencirkels. Waarschijnlijk zo'n 4500 jaar oud. Tijdens ons bezoek leek er een soort heksenbijeenkomst te zijn: mannen in kilts, vrouwen in lange, zwarte jassen, geheimzinnig dansend. Bleken later vreemd genoeg Russen te zijn!!Daarna door naar de Gearannan Black Houses. Een heel dorp van hutten opgebouwd uit zwarte keien met rieten daken. Net onze Drentse plaggenhutten. Je ziet, je hoeft eigenlijk helemaal niet zo ver weg: we hebben het allemaal in eigen land ook ;-). Vanuit het dorp een deel van het kustpad over de kliffen gelopen. Echt een fantastisch landschap. En beneden de oceaan met inhammen vol rotsen. Mooier kan bijna niet. Qua weer was het ook geen verkeerde dag: behoorlijk grijs, zoals meestal, maar met hele aardige opklaringen. En niet koud. Nou ja, niet koud. Relatief gesproken dan, want veel warmer dan zo'n graadje of 17 krijg je het hier toch niet.
De avond en een deel van de vrijdag doorgebracht met dubben. Gaan we wel of niet de Hebriden zuidwaarts afzakken. Je komt dan in de Little Minch. En daar zijn volgens de pilot een aantal "hazards", zoals de Sound of Shiants, waar de zeebodem erg ongelijk is, wat nogal een akelig zeetje kan opleveren. Van die beschreven "hazards" (in de praktijk valt het meestal gigantisch mee) krijg je een soort van koudwatervrees. Ergens voor de eerste keer komen is altijd een beetje spannend. En zonder stress dezelfde route terug varen is natuurlijk ook een optie ;-).
Afijn, vanochtend om half zes opgestaan om de stroom mee te hebben in die bewuste Sound. Met flink wat wind, met name uit buien, als een speer door de Sound afgezakt naar Noord-Uist (ook een van de Outer Hebrides). Niks aan het handje. We verwachtten op Loch Maddy aan een meerboei te moeten liggen, maar tot onze verrassing was er een gloednieuw ( 2 weken oud) ponton. Het is hier nog meer eiland dan op Lewis. Met moeite 1 shopje voor de hele populatie. Maar wel een bekend kunstcentrum. Zijn al wezen fietsen naar de Hut of the shadow. In the middle of nowhere heeft een kunstenaar een hut gebouwd met een camera obscura er in. Op de muur krijg je via een lichtvenster een afbeelding van wat zich voor de hut bevindt. Morgen fietsen o.a. naar Berneray, een eilandje dat met Noord-Uist verbonden is. Schijnt heel erg pittoresk te zijn. En de kwartelkoning (zegt ons - nitwits op vogelgebied - niets) schijnt hier dankzij aangepast landbeheer nog voor te komen. We gaan het zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten